8/15
  • Pages
  • Editions
01 Kennisbasis
02 Voorwoord
03 Inhoud
04 Sustainable Food and Non-Food Production
05 Global Food and Nutrition Security
06 Healthy and Safe Food for Healthy Lives
07 System Earth Management
08 Metropolitan Solutions
09 Biobased Circular Economy
10 Big Data, Technologies and Methodologies
11 Social Innovation for Value Creation
12 Resilience
13 Resource Use Efficiency
14 A Global One Health
15 Synthetic Biology

METROPOLITAN SOLUTIONS

De toekomstbestendige stad

Beeld: Shutterstock

DOOR Hanny Roskamp


In 2050 woont 70 procent van de wereldbevolking in grote steden. Hoe kunnen we de veiligheid, leefbaarheid, voedsel, wateren energie van de stedeling in de toekomst garanderen?

DAT de immer uitdijende stad zich op korte termijnzal moeten aanpassen aande eisen van de toekomst, is evident. Maar hoe pakken we dat aan? Volgens Marijke Dijkshoorn en haar collega’s van Wageningen Economic Research is er een strategie nodig die steden helpt om stap voor stap te komen tot een ‘ideale’ situatie.

Daarbij moetende grote trends, zoals zorgen voor minder CO2 uitstoot, het waarborgen van een groene en veilige omgeving, voldoende huizen, energie-, water-, en voedselzekerheid vertaald worden naar het lokale niveau.

Het idee werd geboren om een Transition Support System (TSS) op te zetten. Een werkvorm waarmee de mensen waar het om gaat samen tot concrete afspraken kunnen komen, door overleg en discussie. “Zo’n transitie neemt makkelijk twintig tot dertig jaar in beslag”, vertelt Dijkshoorn.

Feedback

“Wil die strategie slagen dan is het belangrijk dat we rekening houden met de randvoorwaarden, en dat overheden, bedrijven en burgers hun stem laten horen. We hebben een gezamenlijk belang, dat de individuele belangen overstijgt. Dat moeten we helder zien te krijgen.”

Het TSS zit zo in elkaar dat de visie van de deelnemers aan het overleg steeds wordt teruggestopt in een computersysteem, in de vorm van feedback. Daardoor zien de deelnemers wat de gevolgen zijn van hun keuzes. Het laat de deelnemers in feite zien wat de consequenties van hun keuzes zijn. Zo wordt de visie in de loop der tijd steeds verder aangescherpt, tot er een gezamenlijk verhaal ligt dat door alle partijen wordt gedragen.

Als het beleid niet wordt aangepast, woont in 2050 ruim 70 procent van de Ghanezen in de stad. Foto: Anton Ivanov/Shutterstock

Hoe dat gaat in de praktijk? Dijkshoorn kreeg een verzoek van de provincie Overijssel dat zich perfect leende om het Transition Support System te testen. In Overijssel wonen 550.000 mensen in drie grote stedelijke gebieden: Zwolle, Deventer, en de stedenband Almelo, Hengelo, Enschede. Dat is de helft van het aantal inwoners vande provincie.

“Overijssel was op zoek naar ondersteuning bij het handen en voeten geven aan hun visie voor 2050 richting een duurzaam voedselsysteem. De landbouwenvoedselsector is daar een belangrijke pijler voor de economie, die zorgt voor 6,8 procent van de werkgelegenheid, bij een toegevoegde waarde van 10 procent. De provincie kan de concurrentiepositie nog verbeteren door te kiezen voor meer duurzame bedrijvigheid.”

Tijdens de eerste sessie kregen de stakeholders de vraag voorgelegd aan welke scenario’s ze zelf dachten. Dat schetste een mooi beeld voor 2050. Een transparante provincie, met korte lijnen, duurzaam, een gesloten kringloop, diversiteit, een veilig voedselsysteem. Dat leidde tot allerlei indicatoren die in het systeem werden gestopt en waarmee de computer ging rekenen.

Er wordt altijd vanuit productie gedacht, maar dit systeem denkt vanuit de consumptie

In het systeem zitten al ‘voorgekookte’ onderdelen, bijvoorbeeld cijfers over klimaat verandering afkomstig van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Dijkshoorn: “Vervolgens hebben we dat uitgewerkt voor de onderdelen groente, zuivel en vlees. In de huidige situatie produceert Overijssel veel zuivel. Slechts 20 procent ervan is nodig voor het eigen gebruik voor heel Overijssel, dus in theorie kon 80 procent ervan weg. Maar wat ga je doen met dat land? Wie gaat het onderhouden? Wat betekent het voor de economie?”

“Van groente wordt veel te weinig verbouwd. Is het zinnig om dat zelf te gaan doen, of kan dat qua footprint beter elders gebeuren? Ook ontdekten ze dat er veel te winnen valt met minder ‘rood’ eiwit (vlees van varkens en runderen) en meer plantaardig en ‘wit’ eiwit (vlees van kippen). En is het zinvol de veevoeding ook zelf te produceren?”

Overijssel produceert veel zuivel. Slechts 20 procent ervan is nodig voor het eigen gebruik voor de hele provincie. Foto: Chris Rinckes/ Shutterstock

De ervaring met het Transition Support System bracht bij de stakeholders het inzicht dat een integrale aanpak nodig is. “Het is belangrijk dat we gaan ‘ontschotten’, dat de gevolgen van individuele beslissingen worden geïntegreerd. Soms dachten stakeholders dat 2050 nog ver van hun bed is, maar door het systeem ontdekten ze dat de transitie nu ingezet moet worden, omdat het huidige systeem vastloopt.”

Klimaatscenario’s

Een volgend pilotproject voerde naar Ghana, waar het systeem zich richtte op de consumptie van rijst, fruit en groente, bij verschillende klimaatscenario’s. “In Ghana wordt wel gesproken over voedselzekerheid maar niet over de voedselzekerheid in de toekomst en dat wordt ook niet vertaald naar beleid.”

Dijkshoorn en haar collega’s nodigden mensen uit met expertise over Ghana, zoals Ghanezen die aan Wageningen University & Research studeren en bij andere organisaties werken. Men koos drie scenario’s: Ecotopia (duurzaam en gelijkwaardig), Business as usual (huidig beleid wordt voortgezet) en Too Little, Too Late (niet duurzaam en niet gelijkwaardig).

Accra, de hoofdstad van Ghana, heeft ruim 1,5 miljoen inwoners. Foto: Shutterstock

In het Business as usual scenario stijgt het aandeel inwoners van Ghana in steden van 54 procent nu naar 70,4 procent in 2050. Per scenario liet het systeem zien hoeveel landbouwgrond nodig is rond de hoofdstad Accra om voedselzekerheid te garanderen voor fruit, groente en rijst.

“Dat bleek haalbaar voor groente en fruit, maar om de behoefte aan rijst te dekken, was het hele land nodig. Dat is een probleem, maar ook variëteit aan voedsel is belangrijk. En je moet de vraag stellen of je dat voedsel zelf kunt produceren of dat het van elders moet komen. Er wordt altijd vanuit productie gedacht, maar dit systeem denkt vanuit de consumptie, wat er nodig is. Het gaat erom dat diegenen die aan het stuur zitten inzichten handvatten krijgen over de gevolgen van het beleid, of dat nu ‘Ecotopia’ is of ‘Business as usual’.”

‘In Ghana wordt niet gesproken over de voedselzekerheid in de toekomst’

Het is spannend of het lukt in Ghana zelf zo’n proces te organiseren, want de bijeenkomsten vereisen vertrouwen en commitment en het verlangen om tot een gezamenlijke visie te komen. Mogelijk gaat dat in Ghana anders dan in ons Nederlandse polderlandschap, denkt Dijkshoorn. “Lukt het om de mensen mee te nemen in dit proces? Bovendien verandert de visie op de toekomst gaandeweg waardoor je weer andere spelers wilt uitnodigen voor de discussie.”

Uiteindelijk zou Dijkshoorn graag zien dat het Transition Support System ook op het niveau van landen wordt toegepast. “Het is mijn persoonlijke passie om allerlei tools en modellen met elkaar te verbinden. Ik ben gedreven als bruggenbouwer en denk dat de integrale aanpak nodig is. Heel vernieuwend is de aanpak voor de uitwisselingtussen beleid en onderzoek.”

WIE

Marijke Dijkshoorn, onderzoeker Wageningen Economic Research

ONDERZOEK

Transition Support System for Sustainable Development in Metropolitan Regions

TEAM

Onderzoekers van WUR en Federal University of WUR-onderzoekers van Economic Research Akure (FUTA), Nigeria

Deel dit artikel

Lees het volgende artikel

Biobased Circular Economy | Tot de laatste vezel

Lees meer