Beeld: Shutterstock
KENNISONLINE 2021
De brasem stelt waterbeheerders voor dilemma’s. Is de vis een natuurverstoorder of -bouwer? Lang vond men het eerste en viste men hem weg. Maar nu de brasemstand in het IJsselmeer tot wel 90 procent is afgenomen, kantelt het beeld. Om meer te weten te komen over de gedecimeerde vissoort, hebben onderzoekers van Wageningen University & Research brasems van zendertjes voorzien.
“De brasem, een oer-Nederlandse vis die in zoet en brak water voorkomt, is geliefd en verguisd”, vertelt WUR-visecoloog Joep de Leeuw. Vond men ooit dat er te veel brasems waren – men dacht dat hij te veel algengroei in stand hield –, drie jaar geleden werd de noodklok geluid. De Leeuw en zijn collega’s zagen namelijk al eerder dat de brasemstand in het IJsselmeer, Markermeer en de Randmeren met 90 tot 95 procent was afgenomen. Jaarlijks vraagt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan Wageningen Marine Research om te rapporteren over de visstanden in de Noordzee en het IJsselmeer. Vervolgens bepaalt het ministerie hoeveel ruimte er is voor visserij.
Netten vol
“Vroeger gooide je een net uit op open water in het IJsselmeer om te onderzoeken welke vissen er voorkwamen en dat zat dan vol brasem. Tegenwoordig kun je meerdere netten uitwerpen zonder überhaupt een brasem tegen te komen”, schetst De Leeuw. In 2020 heeft LNV een visverbod op brasem afgekondigd. Ook vergaren De Leeuw en zijn collega’s meer kennis over verschillende zaken die van invloed kunnen zijn op de brasemstand. Zo willen de onderzoekers onder meer achterhalen waar de dieren in het voorjaar precies paren en hun eitjes afzetten. “We weten dat ze dat graag in ondiep water doen. Een aanzienlijk deel van de brasems trok altijd van het IJsselmeer naar de Friese meren om te paaien en kwam daarna weer terug.”
De onderzoekers werken samen met beroepsvissers die met een groot net de brasems onbeschadigd kunnen vangen. Foto: Joep de Leeuw
Gezenderde brasems
Vorig jaar hebben de onderzoekers zendertjes ingebracht bij brasems van minstens 35 centimeter lang. Omdat de zenders onder water slechts tot 200 meter een signaal afgeven, zijn er ontvangststations geplaatst bij plaatsen waar vissen vanuit het IJsselmeer naar het achterland kunnen zwemmen. Zoals bij de sluizen en gemalen bij Lemmer, Medemblik en het Ketelmeer. Niet alleen Wageningen Marine Research doet brasemonderzoek met dit type zenders, maar ook de hengelsportorganisatie Sportvisserij Nederland, Van Hall Larenstein en de ecologische onderzoeksorganisatie NIOO-KNAW.
Blauwalg
“Twintig jaar geleden was het ondenkbaar dat de brasemvisserij een discussiepunt zou worden. Toen vond men dat er te veel brasems waren”, aldus De Leeuw. Destijds was het water in het IJsselmeer en de Randmeren overbemest door fosfaten uit wasmiddelen en de landbouw. Hierdoor ontstond algengroei, onder meer van giftige blauwalg. De brasem werd medeverantwoordelijk gehouden. “Het dier hapt in de bodem naar muggenlarven, wormen en schelpen. Dat gewoel vertroebelt het water en daardoor is er onvoldoende licht voor waterplanten, die noodzakelijk zijn voor zuurstof. Een roofvis als de snoek, die op zicht jaagt, verdwijnt. Jonge brasems eten net als veel andere vissen watervlooien, die op hun beurt algen eten. Dus als er veel brasems zijn, komen er meer algen. Het is een hele cascade.”
De oer-Nederlandse brasem is jarenlang verguisd en weggevist uit de Nederlandse wateren. Om meer te weten te komen over de gedecimeerde vissoort, hebben onderzoekers van Wageningen University & Research brasems van zendertjes voorzien. WUR-wetenschapper Joep de Leeuw gaat het Markermeer op om te peilen hoe de brasemstand zich ontwikkelt.
Waterbeheerders wilden van de brasem af en beroepsvissers zagen een afzetmarkt. Brasem wordt vaak levend gevangen en als pootvis uitgezet in visvijvers in Nederland en België. “Sportvissers vinden het een mooie vis. Hij kan groot worden en meer dan 3 kilo wegen”, verklaart De Leeuw. Ook voor de consumptie van brasem is er een markt. “In Nederland vinden we brasem slijmerig en graterig. Maar in Oost-Europa houdt men van zoetwatervis en is op jeneverbestakjes gerookte brasem een specialiteit.”
“
Als er veel brasems zijn, komen er uiteindelijk meer algen. Het is een hele cascade
Aanvankelijk zorgde het wegvangen van brasem samen met het terugdringen van fosfaten op veel plaatsen voor helder en voedselarmer water. In de Randmeren groeien nu veel waterplanten, keerde de snoek terug en kregen andere vissoorten weer een kans. In het IJsselmeer en Markermeer komen echter weinig waterplanten voor en is de visstand inmiddels op alle fronten afgenomen, op snoekbaars na. Daardoor is er minder vis voor vissers en voor beschermde watervogels zoals zaagbekken en sterns.
Reislustige exemplaren
Om te achterhalen hoeveel brasems er eigenlijk nog zijn, hoe ze de meren gebruiken en waar jonge brasems leven, werken de onderzoekers samen met vissers. De onderzoekers voorzien brasems van een klein merkje, om te kijken of en waar ze worden teruggevangen. En in het najaar van 2021 zullen er nog meer brasems worden gezenderd. De Leeuw: “We wisselen kennis uit. Daar hebben de vissers straks wat aan, maar ook Rijkswaterstaat en de provincies.” Die laatste moeten besluiten of ze investeren in visvriendelijke sluizen en gemalen en of het IJsselmeer weer meer natuurlijke vooroevers moet krijgen in plaats van louter basaltdijken.
Zenders inbrengen is een echte operatie. Joep de Leeuw: “Er zit verdovingsvloeistof in het water dat langs de kop en de kieuwen stroomt. Zo wordt de vis verdoofd en blijft de buik droog.” Foto: Joep de Leeuw
Joep de Leeuw: “We maken een sneetje en plaatsen een zendertje van 2 centimeter in de buikholte. Met hechtdraad naaien we de vis weer dicht.” Foto: Joep de Leeuw
De eerste resultaten van het zenderonderzoek zijn al binnen: in de paaiperiode dit voorjaar zijn veel meer brasems gesignaleerd bij de ontvangststations dan in andere perioden. “Zeker een kwart van de gezenderde brasems zocht de intrekpunten voor de verbindingen met het achterland op. Sommige brasems tonen zich zeer reislustig. Eén brasem zwom vanuit de Randmeren door het Markermeer en IJsselmeer en werd vervolgens door een ontvangststation in de IJssel gezien.” Verder doet De Leeuw onderzoek naar hun leeftijd. “Ze kunnen heel oud worden, ik weet van een brasem van 39 jaar. Vissen hebben jaarringen in hun gehoorsteentjes. Uit onze eerste analyses blijkt dat een brasem van ongeveer 60 cm in leeftijd kan variëren van 5 tot 20 jaar.”
Maakbare natuur
Het Wageningse onderzoek moet uitwijzen wat de effecten van het voedselarmere water en de visserij op de brasemstand zijn. Ook natuurontwikkelingsprojecten zoals de bouw van nieuwe eilanden in het zuiden van het Markermeer hebben mogelijk invloed. Aanzienlijke beperking van de visserij op brasem moet leiden tot herstel, maar het is onduidelijk welke brasemstand gewenst en mogelijk is. In delen van het IJsselmeergebied draagt de brasem met zijn gewoel bij aan voedselrijker water. Sommige soorten voelen zich daarin thuis. Elders, in helder water met waterplanten, houden zich graag andere soorten op.
“
In hoeverre is de natuur maakbaar? De brasem houdt ons een spiegel voor
“De brasem is belangrijk voor de soortenrijkdom, maar we hebben nog veel vragen over zijn rol in het functioneren van ecosysteem. Is het een natuurverstoorder of een natuurbouwer? De ecologische samenhang met chemische bodemprocessen is ingewikkeld.” Hoe we ons verhouden tot de brasem en of we hem graag zien of niet, zegt iets over onze verhouding tot de natuur, meent De Leeuw. “In hoeverre is de natuur maakbaar? De brasem houdt ons een spiegel voor.”