Waar komt dit aangespoelde plastic vandaan? Dat is wat WUR-onderzoekers willen uitzoeken. Video: Shutterstock
KENNISONLINE 2022
Aan de Nederlandse kust liggen patatbakjes van strandtenten, champignondoosjes van langsvarende schepen en zelfs festivalafval van duizenden kilometers verderop. De nieuwe Litter-ID methode achterhaalt samen met lokale betrokkenen de herkomst en oorzaken van aangespoeld plastic zwerfafval. Dit maakt een veel gerichtere aanpak mogelijk.
Wie goed om zich heen kijkt tijdens een wandeling langs het strand of een rivier ziet allerlei soorten plastic zwerfafval. Van yoghurtbekers en drinkpakken tot touwen en stukken visnet. De samenstelling en de oorzaken kunnen per locatie verschillen en daarmee ook de oplossingen. Maar hoe breng je die goed in kaart? En hoe kunnen betrokkenen geactiveerd worden om hiermee aan de slag te gaan? Dat vroegen Wouter Jan Strietman en zijn collega’s van Wageningen University & Research zich af.
Onderzoekers werken met de Litter-ID-methode en nemen het plastic afval mee naar een locatie waar elke categorie verder geanalyseerd wordt, op zoek naar aanwijzingen van de herkomst. Foto: A. van den Brink
The Ocean Cleanup verzamelt afval uit de Grote Oceaan, waarop Strietman en zijn team de Litter-ID-methode toepassen. Foto: Wouter Jan Strietman
Het multidisciplinaire team van Strietman vertrok in 2017 voor het eerst naar het Noordpoolgebied om daar de samenstelling van aangespoeld plastic met een standaardmethode in kaart te brengen. Deze methode onderscheidt 120 categorieën afval. Ook al wisten ze daarmee welke soorten plastic er lagen, de onderzoekers realiseerden zich dat er meer waardevolle informatie in het afval verscholen lag. “Als je een flesje vindt, kun je dat afvinken bij de categorie plastic flesjes”, legt Strietman uit. “Dan blijkt bijvoorbeeld 5 procent van het afval plastic flesjes te zijn. Maar daarmee weet je nog niet waar het vandaan komt en waarom het in zee terechtgekomen is. Wat is het verhaal erachter? Als je dat weet, kun je gericht iets aan de oorzaak doen.”
Sorteren en analyseren
Om het verhaal achter het afval beter in kaart te brengen, ontwikkelden de onderzoekers in 2018 de Litter-ID methode. Deze benadering vormt een aanvulling op de standaardmethode. In plaats van het afval op de vindplaats te turven in één van de 120 categorieën en weer in een vuilniszak te gooien, nemen ze het mee naar een overdekte locatie. Daar analyseren ze elke categorie nog verder, samen met betrokkenen van de overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Ze maken subcategorieën van producten en zoeken in de opdrukken van verpakkingen naar het land van herkomst, merken, houdbaarheidsdata en andere aanwijzingen. Vervolgens bespreken ze de mogelijke bronnen en oorzaken. Dit geeft hen inzicht in wat er gedaan kan worden om het probleem op te lossen.
“
Ik heb veel yoghurtbekers uit mijn kindertijd gezien. Die hebben dus zeker dertig jaar in het water gelegen
De methode Litter-ID blijkt al snel succesvol. Strietman en zijn teamgenoten pasten de methode de afgelopen jaren namelijk al toe in Groenland, Spitsbergen, Schotland, IJsland, Noorwegen en Nederland, maar bijvoorbeeld ook op de campus in Wageningen met afval dat door The Ocean Cleanup in de Grote Oceaan verzameld was.
Uit elk gebied komen verrassende uitkomsten. “Zo heb ik bij Stellendam in Zeeland veel yoghurtbekers uit mijn kindertijd gezien. Die hebben dus zeker dertig jaar in het water gelegen en vormen een huidig probleem uit het verleden.” Soms gaat hij als een ware Sherlock Holmes te werk. In Stellendam vond een vrijwilliger bijvoorbeeld een plastic beker met in het Frans de naam van een festival. “Ik ging vervolgens op Google Maps op zoek naar dat festival. Toen ik uitzoomde, bleek het niet in Frankrijk te zijn, maar in Canada. Een bizarre ontdekking. Die afstand is minimaal 5.000 kilometer!”
Wie heeft het gedaan? Dat is de kernvraag van het onderzoek van de Wageningse wetenschapper Wouter Jan Strietman. Als een soort detective sporen de teamleden in verschillende wateren afval op, om het vervolgens te analyseren. Doel is overheden en organisaties te adviseren over mogelijke oplossingen voor het plasticprobleem. (NL ondertiteling beschikbaar)
”Iets vergelijkbaars zagen we op Spitsbergen. Daar bleek veel afval te liggen dat uit Europa afkomstig is”, gaat hij verder. “Dit konden we afleiden uit opschriften en het type producten. Uit onderzoek van collega's van Universiteit Utrecht blijkt dat ‘ons’ afval daar, onder invloed van wind en zeestromingen, al binnen anderhalf jaar kan zijn. Los van de herkomst kijken we ook naar aangroei van planten en dieren die met dit afval meedrijven en zo een gevaar kunnen vormen voor de plaatselijke natuur. Op die manier combineren we allerlei gegevens met elkaar. Door die in samenhang te bekijken en in dialoog te bespreken met lokale betrokkenen, levert dat het complete verhaal op.”
Terug naar de bron
Op verschillende plekken vonden de onderzoekers veel aangespoelde stukken visnet. Ook daar proberen overheden iets aan te doen. Strietman en zijn team ontwikkelden binnen Litter-ID ook een methode om gevonden stukken visnet te analyseren. “We werken altijd samen met lokale visserij-experts om te bepalen welk type visserij verantwoordelijk is voor het visnetafval, waar de netten vandaan komen en waarom die in het water terechtgekomen zijn.”
“
Je wringt als het ware de spons met informatie zo ver mogelijk uit, maar er blijft altijd informatie achter
Ook hierbij deden de onderzoekers een interessante ontdekking. Niemand wist namelijk eerder waar netten op het strand vandaan komen en wat de redenen zijn dat die in zee terechtkomen. “En wat bleek? Verreweg de meeste visnetten bleken reparatie- en onderhoudsafval te zijn. Reparatie en onderhoud vinden normaal gesproken plaats aan dek van een vissersschip en dit afval in zee kan voorkomen worden door het niet weg te gooien maar in te leveren in de haven. Dat is dus een specifiek probleem waar je gericht iets aan kunt doen.” En dat lijkt ook te gaan gebeuren. Het onderwerp staat dankzij dit onderzoek inmiddels nationaal en internationaal op de agenda.
Discussie aanzwengelen
Het hele idee van Litter-ID is dus een gedetailleerde analyse te maken die de herkomst en oorzaak van zoveel mogelijk afval blootlegt. Het is geen exacte wetenschap, want er komt ook een deel interpretatie bij kijken. “Je wringt als het ware de spons met informatie zo ver mogelijk uit, maar er blijft altijd wat informatie achter die we niet kunnen achterhalen”, vergelijkt Strietman. Het draait dus niet om aantallen of trends, maar om verhalen. Dit verhaal achterhalen en bespreken met de betrokkenen brengt een dialoog op gang, weet hij inmiddels uit de projecten waarbij hij Litter-ID gebruikte.
Op de Nederlandse stranden spoelen allerlei soorten plastic afval aan, zoals een handschoen op Griend, een zandplaat in de Waddenzee. Foto: Wouter Jan Strietman
Juist om het plasticprobleem op te lossen, is een constructieve dialoog hard nodig. “Een rapport met onderzoeksresultaten uitdelen, kan natuurlijk altijd, maar het is de vraag of iedereen dat leest. Of elke partij haalt er iets anders uit. Om dat te voorkomen voeren we elke analyse uit, samen met lokale betrokkenen: beleidsmakers, ondernemers, bewoners en milieubeschermers”, vertelt Strietman. “Zij helpen met de analyse en gaan met elkaar in discussie over wat ze aantreffen. Dat is het begin van een gesprek over oplossingen. Iedereen gaat namelijk uit van dezelfde informatie.”
Maatregelen nemen
Met de dialoog als startpunt komen de betrokkenen samen tot gerichte maatregelen om het plastic afval in het gebied te verminderen. Die aanpak is soms heel anders dan overheden van tevoren dachten. Strietman: “In 2019 bezochten we een baai aan de westkust van Groenland. Die baai is Unesco Werelderfgoed, maar de oevers lagen bezaaid met plastic. De lokale overheid heeft alles opgeruimd en is samen met ons het afval gaan analyseren. Toen bleek dat bijna al het afval uit de regio zelf kwam: van inwoners van de stad, van kampeerders, jagers en vissers. Dat was onverwacht. Iedereen dacht dat het afval van ver kwam, maar dat was niet zo. De aanpak moet in dat gebied dus dicht bij huis plaatsvinden.”
Aan de slag
Dit voorjaar passen Strietman en zijn collega’s Litter-ID toe met afval dat op de oevers van de rivier de Rotte is gespoeld. De gemeente Rotterdam wil de rivier, die de stad haar naam gaf, plasticvrij krijgen. Dit najaar vertrekken ze naar de zuidpunt van Groenland om daar samen met het WNF en plaatselijke betrokkenen de herkomst en oorzaken van het daar aangespoelde afval in kaart te brengen. En in 2023 staan nog meer locaties op de agenda. Strietman: “Zo willen we als WUR-onderzoeksteam, waar we dat kunnen, onze bijdrage leveren aan de wereldwijde uitdaging om met oplossingen te komen voor de plastic soep.”
WIE Wouter Jan Strietman, onderzoeker Noordzee & Arctic
ONDERZOEKSPROJECT Litter-ID
TEAM Wageningen Economic Research
Foto: Gea Hogeveen
Deel dit verhaal