Beeld: Shutterstock
KENNISONLINE 2020
De otter, een van Nederlands meest aansprekende roofdieren, hoort van nature in ons land. Na een herintroductie in 2002 houdt Wageningen University & Research in de gaten hoe het herstel van de otter gaat en wat Nederland kan doen om het herstel te stimuleren.
Hij schiet door het water op zoek naar prooi. Paling, baars en snoek, maar ook rivierkreeften, slakken, kikkers en wormen staan op zijn menu. De otter is één van onze meest aansprekende roofdieren. Een meesterlijke zwemmer, goed gestroomlijnd en watervlug. Ook op het land kan hij goed uit de voeten. Soms legt hij in één nacht tientallen kilometers af.
Dat is echter niet zonder risico. Jaarlijks wordt een kwart van de Nederlandse otterpopulatie doodgereden in het verkeer. Om die hoge verkeerssterfte tegen te gaan worden allerlei faunavoorzieningen getroffen. Zo worden onder bruggen in het leefgebied van de otter smalle loopplanken aangebracht. “Dat werkt heel goed”, zegt Loek Kuiters, als ecoloog werkzaam bij Wageningen Environmental Research, onderdeel van Wageningen University & Research (WUR). “Als daar eenmaal een otter heeft gelopen kunnen soortgenoten dat ruiken en dan volgen ze het spoor.”
Strikt beschermd
De otter hoort van nature in Nederland thuis. Het is een strikt beschermde soort onder de Europese Habitatrichtlijn. Deze richtlijn verplicht EU-landen om leefgebieden en bepaalde soorten planten en dieren te beschermen die in Europees verband van bijzondere betekenis zijn. Daarom is Nederland verplicht om te kijken hoe het met deze soort gaat en om zijn leefgebied of habitat verder te verbeteren. Nadat de laatste otter eind jaren tachtig was doodgereden, ging in 2002 een herintroductieprogramma van start.
De otter is een strikt beschermde soort en is na herintroductie in 2002 weer aanwezig in Nederland. Foto: Hugh Jansman
Wageningen University & Research volgt voor de Nederlandse overheid het herstel van de otterpopulatie in Nederland. Waar zitten ze, waar gaan ze heen, hoe oud worden ze, krijgen ze jongen, hoe staat het met de genetische variatie? “Ik heb zelf jammer genoeg nog nooit wilde otters gezien”, zegt Kuiters, leider van het Wageningse otterproject. “Maar uit onze laatste tellingen in de winter van 2018/2019 blijkt dat de otter in aantal blijft toenemen en zich steeds verder door het land verspreidt. Er zijn er nu zo’n 360 tot 390. Het aantal verkeersslachtoffers neemt echter ook sterk toe. Jaarlijks worden inmiddels meer dan 100 otters, een kwart van de populatie, doodgereden. Ook blijven de Nederlandse otters gevoelig voor inteelt. Omdat zij grotendeels van een klein groepje uitgezette dieren afstammen, zijn veel dieren familie van elkaar.”
Monitoring
Hoe tel je een overwegend nacht-actieve en schuwe soort die zich nauwelijks laat zien? Kuiters: “We gebruiken DNA-technieken. Otters zetten in hun leefgebied her en der uitwerpselen af, de spraints. Aan de buitenkant van verse uitwerpselen zitten kleine hoeveelheden darmcellen. Via DNA-analyse kun je dan de individuele dieren herkennen. Zo hebben we alle bij ons bekende Nederlandse otters in een databank gezet. We weten ongeveer hoeveel er zijn en waar ze zitten. Het is een heel elegante methode.” In veel andere Europese landen worden otters geteld door hun sporen te zoeken. Maar aan de sporen kun je niet goed zien of het om verschillende dieren gaat of dat je steeds dezelfde ziet.
De otter is een strikt beschermde diersoort in Nederland, waardoor we als land verplicht zijn het leefgebied van het dier te verbeteren. WUR-onderzoeker Hugh Jansman volgt het herstel van de otterpopulatie: waar zitten ze, waar gaan ze heen, hoe oud worden ze en krijgen ze jongen?
De meeste spraints worden verzameld in het winterseizoen. Dan zijn de temperaturen lager en blijft het verse materiaal langer geschikt voor DNA-analyse. Bovendien laat de otter juist tussen oktober en maart zijn spraints op opvallende plekken in zijn leefgebied achter om daarmee het territorium te markeren. WUR verzamelt jaarlijks een groot aantal spraints in het kerngebied in het Overijsselse De Wieden-Weerribben. Daarnaast worden spraints verzameld in alle andere leefgebieden waarvan bekend is dat er otters voorkomen.
‘Uit onze laatste tellingen blijkt dat de otters zich steeds verder door het land verspreiden’
Veel materiaal wordt verzameld door Freek Niewold van Niewold Wildlife Infocentre en door vrijwilligers, veelal leden van de werkgroep CaLutra van de Zoogdiervereniging. De spraints gaan in potjes met alcohol naar het laboratorium in Wageningen. Behalve spraints worden ook kadavers van dood gevonden otters verzameld met de hulp van een groot aantal terreinbeheerders en andere betrokkenen. Van de kadavers worden DNA-monsters genomen en wordt er sectie gedaan, onder meer om de doodsoorzaak vast te stellen. Bij vrouwtjes wordt ook gekeken of ze zwanger of zogend waren.
Inteelt
Uit de genetische analyses blijkt dat er in de otterpopulatie sprake is van inteelt, maar die neemt de laatste jaren niet verder toe. Oorspronkelijk zijn zo’n dertig otters uit allerlei verschillende gebieden in Midden- en Oost-Europa in Nederland uitgezet. Kuiters: “Daarvan is er een aantal snel doodgereden of zomaar van de radar verdwenen. Er hebben maar twaalf tot vijftien dieren aan de voortplanting deelgenomen. En die eerste jaren kwam er ook geen vers bloed van buitenaf bij. De laatste jaren is dat wel het geval en duiken er steeds vaker otters op van Duitse origine.”
Otters leven volgens een soort haremsysteem. Het mannetje heeft een groot leefgebied (de home range), dat de territoria van diverse vrouwtjes overlapt. In het Overijsselse moerasgebied De Wieden-Weerribben heeft één dominant mannetje in de beginjaren alle beschikbare vrouwtjes gedekt. Later nam zijn zoon deze rol over. Kruisingen tussen nauw verwante dieren kwamen in de beginjaren vaak voor en dat ging ten koste van de genetische variatie.

Een faunatunnel moet de otterpopulatie helpen beschermen. Foto: Loek Kuiters

Onderzoekers tellen het aantal otters door DNA-analyses van de spraints. Foto: Niall Benvie / Hollandse Hoogte
Kuiters: “Volgens de wetenschappelijke literatuur kan inteelt bij otters leiden tot verminderde weerstand en grotere gevoeligheid voor ziektes, minder voortplanting en uiterlijke afwijkingen zoals het ontbreken van tanden of kiezen of een afwijkend aantal vingers en tenen. In de praktijk zijn we zulke afwijkingen echter niet tegengekomen. De voortplanting is hoog en de dieren zien er goed uit.”
Hoe tel je een nacht-actieve en schuwe soort die zich nauwelijks laat zien? Door uitwerpselen te analyseren
Otters hebben hun eigen mechanisme om inteelt tegen te gaan. Jonge mannetjes worden al snel uit het leefgebied verjaagd en gaan dan zwerven op zoek naar een nieuw leefgebied. Maar juist die grote mobiliteit zorgt ook voor veel verkeersslachtoffers. Overigens is Nederland nog lang niet ‘vol’ voor otters. “Naarmate de aantallen toenemen zien we de individuele territoria kleiner worden. Otters blijken veel dichter op elkaar te kunnen leven dan we van te voren hadden ingeschat, zolang er maar genoeg voedsel en dekking is. En er zijn nog veel geschikte gebieden waar nu nog geen otters voorkomen, zoals in Noord-Holland”, vertelt Kuiters.
Bedreigingen
De monitoring laat goed zien hoe snel zo’n herintroductie verloopt en hoe snel een dier als de otter, waarvan de wijfjes jaarlijks één nestje met gemiddeld twee tot drie jongen krijgen, zich opnieuw kan vestigen. Van pelsdierjagers heeft de otter tegenwoordig geen last meer en voedsel is er genoeg, hij profiteert duidelijk van de verbeterde waterkwaliteit. Wèl heeft hij behoefte aan voldoende dekking langs de oevers om te rusten en jongen groot te brengen. Nog altijd verdrinken er otters in (veelal illegale) visfuiken. Er zijn aanpassingen aan de fuiken mogelijk, zodat de otter er niet in kan. Loslopende honden zijn ook een gevaar voor met name jonge otters.
Kuiters: “Uit onze monitoring blijkt precies op welke hotspots de meeste verkeersslachtoffers vallen. We rapporteren daarover regelmatig aan wegbeheerders. Op vaste migratieroutes, waar veel slachtoffers vallen bij het oversteken van drukke wegen, kunnen dan met voorrang maatregelen worden getroffen. Berucht was de A6, die het Tjeukemeer doorsnijdt. Hier werden veel otters doodgereden. Dit stuk snelweg is nu over vele kilometers uitgerasterd en voorzien van faunabuizen. Nu worden hier alleen nog verkeersslachtoffers gemeld als ergens een raster kapot is of als een faunatunnel onder water staat. Die maatregelen helpen ècht.”
Lees het volgende artikel
‘We laten kansen liggen bij verduurzaming landbouw’ | Nieuwe teeltsystemen