Telen voor veerkracht in de landbouw
Leestijd: 4 minuten
VEERKRACHT ECOSYSTEMEN
DOOR Marion de Boo
November 2018
Meer diversiteit in de landbouw betekent een verlies van efficiency, maar kan uiteindelijk geld opleveren omdat het ziekten voorkomt en de veerkracht vergroot. In een nieuwe proeftuin wordt dit spanningsveld onderzocht.
Biodiversiteit zorgt voor meer biologische en economische veerkracht op het boerenbedrijf. “Om te beginnen is het ecologisch gezien gunstig om verschillende gewassen te telen”, zegt WUR-onderzoeker Wijnand Sukkel. “Breekt er bijvoorbeeld een nieuwe ziekte in een gewas uit, dan raast die niet meteen het hele bedrijf over. En als het ene gewas eens slecht presteert, haal je altijd nog inkomsten uit de andere gewassen.”
De boer van de toekomst staat voor grote uitdagingen, zoals klimaatverandering
Hetzelfde geldt op bedrijfsniveau. “Een multifunctioneel bedrijf kan in jaren met slechte oogsten terugvallen op de inkomsten uit neventakken, zoals een zorgboerderij”, zegt Sukkel. “Meer diversiteit betekent echter wèl, dat de boer inlevert op efficiëntie. Dat is het spanningsveld, waarop wij ons onderzoek richten. Daarbij werken we aan de verdere theoretische onderbouwing van het begrip veerkracht: Waarom werkt dit? En we maken de vertaalslag naar bijvoorbeeld naar mechanisatie of plantenveredeling.”
Onderzoeker Wijnand Sukkel: “Ecologisch gezien gunstig om verschillende gewassen te telen.” FOTO Frans Lemmens/Hollandse Hoogte
De boer van de toekomst staat voor grote uitdagingen, zoals klimaatverandering. Bovendien wordt de toelating van steeds meer chemische bestrijdingsmiddelen ingetrokken. “Een gezond, veerkrachtig landbouwsysteem is dan cruciaal”, zegt Wijnand Sukkel. “De omschakeling mag niet te veel extra arbeid vragen en er moet genoeg opbrengst zijn.”
Bio in plaats van chemie
In september werd nabij Lelystad de 80 hectare grote Proeftuin Agro-ecologie en Technologie geopend, waar teelttechnische onderzoekers en technologen samenwerken aan veerkrachtige landbouwsystemen, met zoveel mogelijk biodiversiteit, zo min mogelijk verlies van voedingsstoffen door uitspoeling en een minimaal gebruik van chemische gewasbescherming.
In de gangbare akkerbouw, met monoculturen op grote percelen, kunnen ziekten, plagen en onkruiden zich snel verspreiden. Boeren zetten niet elk jaar hetzelfde gewas op hetzelfde veld, maar doen aan vruchtwisseling om de bodem gezond te houden. Volgens Sukkel is niet alleen in de tijd, maar ook in de ruimte meer variatie noodzakelijk.

Van monocultuur naar mengteelt. ILLUSTRATIE Jorris Verboon/Wageningen World
Dat kan bijvoorbeeld door strokenteelt. Daarbij staan gewassen niet in grote monocultures, maar in afwisselende stroken, bijvoorbeeld van 6 of 12 meter breed. Dat leidt tot meer biodiversiteit op het veld, er zijn meer natuurlijke vijanden, zoals spinnen en torren die veel schadelijke bladluizen eten. Daardoor ontstaan minder ziekten en plagen. Grote, zware machines, die de bodemstructuur bederven, maken plaats voor kleine, autonome machientjes, zoals de spuitrobot, die alleen spuit als hij een onkruid ziet staan, in plaats van over het hele veld.

Naam
Ir. Wijnand Sukkel
Functie
Senior onderzoeker Agro-Ecologie bij Wageningen University & Research
Resilience onderzoek
Veerkracht van landbouwsystemen op bedrijfs- en perceelsniveau
Team
Voor dit onderzoek werkt Wijnand Sukkel samen met wetenschappers van WUR en het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek op het gebied van gewassen, duurzame landbouw, ecologie en omgevingswetenschappen
Mooie combinatie: gras en klaver
In de mechanisatie is er een trend naar precisielandbouw, waarbij men de grond meter voor meter verschillend kan bewerken. Dat schept nieuwe kansen voor mengteelt, waarbij verschillende gewassen door elkaar staan. In de biologische landbouw werkt men al graag met combinaties van gras en klaver om de bodem gezond te houden. Voordeel van gras en klaver is dat ze samen geoogst kunnen worden.
Ook interessant is agroforestry, waarbij men bijvoorbeeld fruit- of notenbomen combineert met een onderteelt van akkergewassen. Als de vruchtbomen verder uit elkaar staan, zullen ziekten zich minder snel verspreiden.
Voor andere mengteelten is in de moderne westerse landbouw de mechanisatie voorlopig nog een knelpunt. Wel zou de boer meerdere rassen door elkaar kunnen telen, met verschillende ziekteresistenties of verschillende doorworteling. Diep wortelen is gunstig bij droogte, ondiep wortelen bij wateroverlast. Over breeding for resilience is men met plantenveredelaars in gesprek.
‘De spuitrobot spuit alleen als hij een onkruid ziet staan, in plaats van over het hele veld’
Door het gebruik van steeds zwaardere oogstmachines raken de Nederlandse akkers steeds meer verdicht. Dat leidt tot opbrengstverliezen en regenwater dringt minder makkelijk in de grond door. Bij zware regen staat het land vol plassen en bij droogte levert de bodem minder water.
Niet-kerende grondbewerking
Om het tij te keren wordt geëxperimenteerd met niet-kerende grondbewerking, waarbij men de bodem niet ploegt, maar alleen de bovenste grondlaag loswoelt. Het bodemleven in de bovenste grondlaag wordt hierdoor veel minder verstoord en het land heeft minder te lijden onder zware regen en droogte.
Economische veerkracht is belangrijk. Zo teelt men in de Veenkoloniën zetmeelaardappelen, suikerbieten en zomergerst. Als de boer zomergerst inruilt voor Afrikaantjes, kost hem dat geld, want gerst levert geld op en Afrikaantjes niet. Maar die Afrikaantjes maken de bodem al heel snel zoveel gezonder dat de aardappelen daarna veel meer opbrengen en dat maakt deze combinatie lucratief.
Een ander voorbeeld: Suikerbieten doen het goed in strokenteelt. In een monoculture van suikerbieten zorgen luizen, die het bietenvergelingsvirus overbrengen, voor een forse opbrengstderving. In strokenteelt verspreiden de luizen zich minder snel.”
Afrikaantjes (l) maken de bodem al heel snel gezonder en suikerbieten (r) doen het goed in strokenteelt. FOTO's Shutterstock
Wijnand Sukkel: “We zijn hard op zoek naar indicatoren om de veerkracht van een productiesysteem te beschrijven en te kwantificeren. De bankensector heeft een stresstest ontwikkeld om in te schatten hoe solide een bank is in tijden van financiële crisis. Wij werken ook aan een soort stresstest voor landbouwbedrijven, maar dan met maatstaven voor de veerkracht van een boerenbedrijf.”
‘Als de boer gerst inruilt voor Afrikaantjes, kost dat geld. Maar Afrikaantjes maken de bodem gezonder en dat maakt de combinatie lucratief’
Is het bedrijfssysteem voldoende divers? Hoe afhankelijk is men van externe inputs, zoals kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen? Wekt het bedrijf zijn eigen energie op of is men afhankelijk van fossiele brandstoffen? Is men erg afhankelijk van één afnemer? Sukkel: “Uit die farm identity blijkt hoe veerkrachtig het bedrijf is. Uiteindelijk willen we al onze kennis en technieken integreren in één werkbaar systeem.”