Verkoeling zoeken voor de stad
Leestijd: 3 minuten
VEERKRACHT
SOCIAAL ECOLOGISCHE SYSTEMEN
DOOR Hanny Roskamp
November 2018
In Zuid-Europa bieden nauwe straatjes en witte gebouwen een oplossing tegen oververhitting. Het Nederlandse klimaat vraagt andere oplossingen.
Hollandse steden zijn dankzij de klimaatverandering letterlijk broedplaatsen aan het worden. Door materialen zoals steen en beton en door een gebrek aan begroeiing is de stedelijke omgeving niet erg veerkrachtig. De temperaturen lopen er veel hoger op dan erbuiten. Het kan op een hete dag in de stad tot wel 10 graden warmer zijn dan op het platteland of aan zee. Dat is een risico, met name voor oudere en kwetsbare groepen. Daarom wordt er naar allerlei oplossingen gezocht.
Andere bouwvormen
Het probleem is niet nieuw. In het Midden-Oosten en rond de Middellandse Zee zijn steden vaak opgetrokken in wit en de verdichting is hoog (nauwe straatjes), zodat er veel schaduw ontstaat. Universitair hoofddocent landschapsarchitectuur Sanda Lenzhölzer begeleidde de studie Veerkracht van de stad. Ze vertelt dat die nauwe straatjes geen oplossing zijn voor Nederland. “We hebben hier een andere stand van de zon, dus je kunt die bouwvorm hier niet zomaar toepassen. Ook zitten we dichter bij zee en hebben we een andere windsituatie. Elk gebied vraagt om een eigen oplossing.”

Grote fonteinen kunnen voor enige verkoeling zorgen, zoals de 'Hide and Seek'-fontein in de tuin van het Rijksmuseum in Amsterdam. FOTO iStock
Samen met docenten landschapsarchitectuur João Cortesão en Rudi van Etteger van Wageningen University, onderzoekt ze hoe de stedelijke omgeving duurzamer en veerkrachtiger kan worden.
‘Sloten, beken en kanalen zijn goed om overtollig regenwater op te vangen, maar de invloed op de luchttemperatuur is nul’
Afgelopen zomer bracht de Gemeente Arnhem de Sint-Jansbeek bovengronds in het centrum van de stad. De Jansbeek was sinds het einde van de 19e eeuw overkluisd, dat wil zeggen dat er een gewelf was aangebracht, en dat de beek ondergronds doorliep. Meer water in de stad zou verkoeling moeten brengen in de betonjungle waar de temperaturen (mede) door klimaatverandering steeds hoger kunnen oplopen. Een duur project waarvan eigenlijk niet vaststond of het zou werken om de stad te verkoelen.
Sfeervol maar nutteloos
De beek mag dan sfeer brengen in de stad, maar door het onderzoek van Lenzhölzer en Cortesão wordt duidelijk dat hij op de temperatuur weinig impact zal hebben. Cortesão: “Waterlichamen zoals sloten, beken en kanalen zijn goed om overtollig regenwater op te vangen, maar de invloed op de luchttemperatuur is nul. Dat hebben we gemeten in acht testsituaties zoals grachten, singels en kanalen in verschillende Nederlandse steden. Het zou beter zijn om grote fonteinen te plaatsen, daarmee zou je wel enige verkoeling kunnen brengen.”
Links: Schaduw van de bomen helpt de gevoelstemperatuur te reduceren in Nijmegen.
FOTO Hollandse Hoogte. Rechts: Koele, nauwe straat in Otranto, Italië. FOTO Shutterstock
Ook grote waterlichamen zoals meren en brede rivieren zijn in staat om te verkoelen, maar tussen alle denkbare maatregelen spelen waterelementen een bescheiden rol. Cortesão: “Ventilatie en schaduw blijken veel beter te helpen om de gevoelstemperatuur te reduceren. Door bomen te plaatsen bijvoorbeeld. Maar daarmee blokkeer je het uitzicht. Willen we de stad écht veerkrachtiger maken dan is het belangrijk dat we meer aspecten meenemen in onze stedenbouwkundige ontwerpen, zodat de stad extreme temperaturen of wateroverlast beter kan opvangen. Hoe beter je een ontwerp test op aspecten als kosten, het effect op het verkeer en de volksgezondheid, hoe robuuster het zal blijken te zijn.
Rotterdam gezien vanaf de Euromast, op de voorgrond de verkoelende bomen in Het Park. FOTO Berlinda van Dam/Hollandse Hoogte
Ook gaat het erom dat je die aspecten meetbaar maakt. Dat je weet hoeveel de temperatuur daalt als je een rij bomen neerzet. We moeten naar evidence based design.” En natuurlijk telt mee wat de inwoners van de stad ervan vinden. Daarom toonde Cortesão voor-en-na afbeeldingen aan omwonenden. “Alle ontwerpen voor de waterelementen die we lieten zien werden beoordeeld als beter of minstens zo goed als de oorspronkelijke situatie.”
Van fail-safe naar safe to fail
Hitte is niet het enige probleem in de stad. Ook overtollig regenwater is een steeds groter punt van zorg. Hoe kun je tegelijk goed reageren op kou, hitte, droogte en wateroverlast? Er moet worden gekeken naar geïntegreerde oplossingen. En misschien moeten er ook oplossingen komen die niet langer fail-safe zijn, maar safe to fail, denkt Van Etteger: “Voorheen bouwden we steeds grotere dijken en waterlichamen, zodat er niets mis kon gaan. Maar áls er toch iets misgaat, bijvoorbeeld een tsunami of grote dijkdoorbraak, dan zijn de gevolgen immens.
‘Ventilatie en schaduw blijken veel beter te helpen om de gevoelstemperatuur te reduceren dan water’
“In de toekomst verschuift dat mogelijk naar kleinere werken, waarbij je toestaat dat het misgaat, maar waarbij de effecten kleiner worden. Een van onze studenten ging naar een tyfoon-gebied in Azië en kwam daadwerkelijk terecht in een tyfoon. Het hele eiland waar ze verbleef stroomde onder, maar het was geen ramp want de inwoners bewogen mee. Als het water komt zoekt men het hogerop, als de tyfoon voorbij is, keert men weer terug. Net als wij vroeger deden met de terpen. Dat is een compleet ander principe dan alles veilig stellen achter hoge dijken.”

De Gemeente Arnhem bracht de Sint-Jansbeek bovengronds voor meer verkoeiling in het centrum van de stad. FOTO Hollandse Hoogte

Naam
Dr. dipl. ing. Sanda Lenzhölzer
Functie
Universitair hoofddocent Landschapsarchitectuur

Naam
Dr. João Cortesão
Functie
Universitair docent Landschapsarchitectuur

Naam:
Dr. ir. Rudi van Etteger
Functie:
Universitair docent Landschapsarchitectuur
Resilience onderzoek
Veerkracht van de stad
Team
Dit onderzoek naar veerkracht in de maatschappij komt tot stand door een team van wetenschappers van 4 universiteiten (4TU Resilience Engineering):TU Delft, TU Twente, TU Eindhoven en WUR
Onderzoek
Het vervolg van deze studie heet DeSIRE oftewel Designing Systems for Informed Resilience Engineering. In dit samenwerkingsverband zullen de TU Delft, TU Twente, TU Eindhoven en WUR onder andere integraal kijken hoe je steden zo kunt ontwerpen dat ze in sociaal en technisch opzicht over aanpassingsvermogen beschikken. Lenzhölzer: “Waterelementen zijn daar een onderdeel van, maar we gaan naar veel meer stedenbouwkundige elementen kijken, op een veel grotere schaal.”