Dorpen in een hogergelegen gebied bouwen zal op de langere termijn beter uitpakken. Foto: Shutterstock
Beleid maken is vooruitzien. Zeker als het gaat om de gevolgen van klimaatverandering en in hoeverre we ons daarop kunnen voorbereiden. Om overheden te helpen daar zicht op te krijgen en op de langere termijn betere beslissingen te maken, onderzoekt WIMEK-bestuurskundige Robbert Biesbroek hoe ze de bestuurlijke ruimte voor oplossingen kunnen vergroten.
Bosbranden, overstromingen, hittegolven, droogte of juist extreme regenval: lokale, regionale en nationale natuurrampen stapelen zich wereldwijd op. Klimaatverandering speelt een grote rol in de oorzaak van deze rampen. Om ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering – en ons beter te wapenen tegen dergelijke rampen – vallen er allerlei oplossingen te verzinnen. Als het bijvoorbeeld warmer en droger wordt in een gebied, kan de overheid inzetten op efficiënter watergebruik, betere wateropslag en koelere gebouwen en steden. Ook kan de overheid ervoor kiezen de teelt van waterslurpende gewassen te verplaatsen of andere gewassen te verbouwen.
Welke van deze oplossingen mogelijk zijn hangt af van of ze technisch, financieel, juridisch, politiek en sociaalmaatschappelijk haalbaar zijn. Is er geld voor, valt het in te passen in de wet- en regelgeving, is er draagvlak voor in de politiek en bij het bredere publiek? Als er veel opties mogelijk zijn, spreekt bestuurskundige Robbert Biesbroek van een grote oplossingsruimte.
“
Is er geld voor klimaatoplossingen, valt het in te passen in de wet- en regelgeving, is er draagvlak voor?
De oplopende temperaturen zorgen wereldwijd voor meer droogte en bosbranden. Foto: Shutterstock
De universitair hoofddocent bij Wageningen University & Research doet bij het Wagenings Instituut voor Milieu en Klimaatstudies (WIMEK) onderzoek naar de oplossingsruimte voor klimaatadaptatie. In zijn vrije tijd is hij bovendien coördinerend hoofdauteur bij het internationale klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC. “Voor overheden is het belangrijk om zien wat er nu mogelijk is, waar ze moeten bijsturen en welke routes er zijn om te zorgen voor meer en betere oplossingen op de lange termijn. Alleen op die manier is het mogelijk langetermijnbeleid te ontwikkelen en politiek leiderschap te tonen”, benadrukt Biesbroek.
De komende honderd jaar
“Het vergt actieve sturing om, waar nodig, de oplossingsruimte te vergroten.” Dat laatste kunnen overheden bereiken door de wet- en regelgeving aan te passen, fondsen vrij te maken of voorlichtingscampagnes te voeren. Maar een deel van de processen valt niet te sturen. “Wat doe je als de publieke opinie kantelt en men klimaatmoe wordt? Of als er bezuinigd moet worden? Of als er een politieke partij met een andere visie aan de macht komt?”
Om de aandacht voor een onderwerp op de langere termijn te verankeren in wet- en regelgeving, zijn er wel strategieën. Een goed voorbeeld daarvan is het Deltaplan, dat ervoor moet zorgen dat Nederland waterveilig en klimaatbestendig is, nu en op de lange termijn. In de Deltawet zijn de ontwikkeling en uitvoering van de plannen vastgelegd en in het Deltafonds de benodigde financiën. “Op zo’n manier institutionaliseer je de oplossingsruimte zodat deze ook op langere termijn nog kan worden gecreëerd, losgekoppeld van de waan van de dag.”
De Nederlandse uiterwaarden dienen als buffer bij overstromingen. Foto: Bennekom / Shutterstock
We zullen de aankomende tijd veel beslissingen moeten nemen voor de komende honderd jaar, aldus Biesbroek. Juist bij ingewikkelde problematiek als klimaatverandering is het noodzakelijk dat overheden in kaart brengen welke problemen ze kunnen tegenkomen en welke aanpassingen daar bij passen.
Groeiend gevoel van urgentie
De uitdaging die klimaatverandering opwerpt, is de vraag of we dingen fundamenteel anders moeten gaan doen, zegt Biesbroek. In Nederland zou je misschien niet meer in lager gelegen gebieden en uiterwaarden moeten gaan bouwen. “Maar is daar draagvlak voor? Misschien willen mensen liever dichtbij grote steden wonen en nemen ze de risico’s voor lief”, oppert de bestuurskundige. Sommige oplossingen werken bovendien alleen als de opwarming van de aarde beperkt blijft. “Je kunt dijken ophogen om overstromingsrisico’s te verkleinen, maar als de zeespiegelstijging op lange termijn 2 of 4 meter gaat bedragen moet je andere opties overwegen. En bijvoorbeeld besluiten om de Randstad te verlaten en steden te bouwen in hoger gelegen delen.”
“
Het vergt actieve sturing van overheden om de oplossingsruimte te vergroten. Maar niet alle processen zijn te sturen
De ‘klimaatcrisis’ waarover de media nu reppen, wordt serieus genomen en krijgt op dit moment veel politieke en maatschappelijke aandacht. “Er zijn altijd tegengestelde krachten, maar in brede zin groeit het gevoel van urgentie. Dat werkt ook heel positief uit op de oplossingsruimte, zowel nationaal als internationaal.”
Langere onderzoekslijn
Eén van de problemen die de oplossingsruimte beperken zijn de financiën voor klimaatadaptatie. “Veel landen willen wel wat doen, maar dat kost veel geld. En dat ontbreekt vaak.” Internationaal gezien is de financiering van oplossingen een terugkerend onderwerp dat kwetsbare landen telkens opnieuw op de agenda zetten. Dat valt helaas niet makkelijk op te lossen. “Vooral door geopolitieke redenen is het internationaal mobiliseren van geld voor adaptatie best lastig. Maar ook in rijke landen zoals Nederland is er beperkt geld beschikbaar voor adaptatie en wordt het vaak gezien als een belangrijk obstakel om het uitvoeren van adaptatie te versnellen.”
“
Bij ingewikkelde problematiek is het voor overheden noodzakelijk om te weten welke problemen ze kunnen tegenkomen
Hevige regenval heeft verstrekkende gevolgen voor de bevolking en de natuur. Foto: Ceri Breeze / Shutterstock
Toch hoopt Biesbroek dat er, door te wijzen op het belang van de oplossingsruimte en de vertaling ervan te maken naar klimaatadaptatie, een mate van toekomstgerichtheid ontstaat, ook in de politieke arena en bij het ambtenarenapparaat en de ministeries. “Wanneer je verschillende opties in de tijd uiteenzet, kun je ook voorkomen dat je toekomstige opties blokkeert.” Zoals bijvoorbeeld bij bouwen in de uiterwaarden, waardoor het gebied niet meer kan dienen als extra buffer bij overstromingen. Het onderzoek naar oplossingsruimte voor klimaatadaptatie is nog maar net begonnen, wat Biesbroek betreft. “Het is de start van een langere onderzoekslijn. De koppeling tussen inzichten uit de bestuurskunde en uit klimaatmodellen en klimaateffecten helpt ons om de complexe problematiek te analyseren en laat ons zien wat we anders of beter kunnen doen. We moesten deze vertaalslag maken om overheden te helpen inzien hoe ze de principes kunnen gebruiken in hun dagelijkse werk.”
Robbert Biesbroek is als hoofdauteur ook actief bij het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).
Online
Lees meer over het IPCC rapport
Bezoek de website van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)
Lees meer over het onderzoek van Robbert Biesbroek
Lees meer over het onderzoek van het Wagenings Instituut voor Milieu en Klimaatstudies (WIMEK)
Deel dit artikel