Iedereen worstelt met de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat de armste gezinnen een gezonde voeding krijgen. Video: Pexels
Geschatte leestijd: 10 minuten
In 2050 leeft 70 procent van de wereldbevolking in steden. Al die mensen hebben voedsel nodig: idealiter gezond én duurzaam geproduceerd. Ons voedselsysteem moet dus op de schop, maar hoe? In het Europese project Food Trails krijgen steden die al volop experimenteren de kans hun projecten naar het volgende niveau te tillen. Onderzoekers van Wageningen University & Research en hun Europese collega’s begeleiden deze pioniers, waaronder Groningen.
Veel steden worstelen met een sterke toename van het aantal mensen dat een beroep doet op de voedselbank, zeker sinds de coronacrisis. En dat is niet alleen in Nederland het geval, weet Marijke Dijkshoorn, onderzoeker Sociale innovatie bij Wageningen University & Research (WUR). “Steden zijn daarom op zoek naar alternatieve manieren van ondersteuning, die tegelijkertijd minder stigmatiserend zijn dan de voedselbank. In Groningen denken ze aan een vorm van gesubsidieerd boodschappen doen, maar dan wel gewoon in dezelfde supermarkt als ieder ander.”
Groningen is één van de in totaal elf steden die centraal staan in het Europese onderzoeksproject Food Trails, eind 2020 van start gegaan. WUR is een van de wetenschappelijke partners. De elf steden proberen al een tijdje hun voedselsysteem om te gooien, met als doel de stad – inclusief het omliggende gebied – voorzien van gezond en duurzaam geproduceerd voedsel dat voor iedereen beschikbaar is, ongeacht inkomens- of opleidingsniveau. Dijkshoorn: “Kopenhagen heeft al grote stappen gemaakt: bijna alle kantines in de stad zijn inmiddels gevuld met regionaal en biologisch voedsel. En Birmingham verbindt met succes voedselproducenten uit de regio aan de afnemers in de stad, zoals ziekenhuizen en scholen.”
Gronings Toentje en Bie de Buuf
Vanuit Groningen doet project ‘Toentje’ mee aan Food Trails: een ‘veilige, duurzame en laagdrempelige werk- en leerplek’ die vanuit moestuinen verse groente en kruiden levert aan de voedselbank. Daarnaast runt Toentje sociaal restaurant ‘Bie de Buuf’ waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. “Een heel mooi initiatief dat al jaren draait”, zegt Dijkshoorn. “Inmiddels voorziet dit initiatief 750 minima via de voedselbank van vers en gezond eten.”
“
Je wilt van losse voedselprojecten naar een systeemverandering
In Groningen heeft Toentje een eigen productietuin die verse groenten en kruiden levert aan de voedselbank. Foto: Toentje
Toentje moet echter niet een opzichzelfstaand initiatief blijven, maar maatschappelijk én politiek ingebed raken, stelt Dijkshoorn. “Voor alle deelnemende Europese steden geldt: je wilt van losse projecten naar een systeemverandering. In Food Trails geven steden met hun partners – zoals scholen, bedrijfsleven, zorgaanbieders, maatschappelijke organisaties – in zogenoemde living labs vorm aan opschaling van bestaande initiatieven.” Groningen wil, bijvoorbeeld, dat Toentje deel gaat uitmaken van een fijnmazig netwerk van voedselinitiatieven in de stad en dat er een goede verbinding ontstaat met ondernemers – immers heb je investeerders nodig om een project een niveau hoger te tillen – en beleidsmakers.”
Wereldwijde kruisbestuiving
Naast het opschalen van initiatieven in de steden is kennisuitwisseling een belangrijk doel van Food Trails. Dijkshoorn: “Steden kunnen elkaar inspireren, maar het is ook belangrijk dat we op wetenschappelijk niveau bekijken hoe dat proces precies werkt. WUR onderzoekt daarom de mogelijke manieren van kennisuitwisseling tussen steden en hoe die uiteindelijk bijdragen aan de daadwerkelijke verduurzaming van het lokale voedselsysteem.” Wageningen werkt daarin samen met de universiteiten van Cardiff (Verenigd Koninkrijk) en Roskilde (Denemarken). De wetenschappelijke basis die de onderzoekers leggen is vervolgens wereldwijd interessant, zegt Dijkshoorn. Immers woont de helft van de wereldbevolking in steden, in 2050 is dat zelfs 70 procent.
Tegelijkertijd warmt de aarde in een hoog tempo op en dreigen voedseltekorten. “Zodoende betrekken we meer steden bij Food Trails dan de elf Europese: van Rio de Janeiro tot Washington en Quelimane (Mozambique) tot Tel Aviv.” Dijkshoorn realiseert zich dat er geen one size fits all oplossing is: “Natuurlijk heeft een stad in Afrika een ander voedselsysteem dan een willekeurig Europees land. We zijn binnen Food Trails ook niet op zoek naar dé oplossing, maar we kunnen wel van elkaar leren, elkaar inspireren. Kruisbestuiving is echt het hart van dit project. Dat zien we nu al, terwijl we nog maar een jaar bezig zijn. Iedereen worstelt bijvoorbeeld met hoe je juist de laagste inkomens voorziet van gezond eten, dat is dus een universeel thema.”
Voedsel houdt verband met gezondheid, maar is ook relevant op andere gebieden zoals ruimtelijke ordening en armoedebestrijding. Foto: Toentje
Aandacht voor voedsel op álle beleidsterreinen
Hoe je die systeemverandering realiseert is complex, weet Thom Achterbosch, ontwikkelingseconoom bij Wageningen Economic Research. Essentieel is het integreren van het voedselvraagstuk op álle beleidsterrreinen, zegt hij. “Dat voedsel verband houdt met gezondheid is duidelijk. Maar het raakt aan meer thema’s: denk aan armoedebestrijding en ruimtelijke ordening. In Groningen is de gemeente nu op zoek naar zo’n integrale aanpak: zodat voedsel wordt meegenomen, ook in economisch beleid. Je wilt niet alleen gezonder en lokaler voedsel, maar bijvoorbeeld ook banen creëren met een eerlijk inkomen.”
Voortrekker Milaan
Dijkshoorn: “De stad Milaan – de trekker van Food Trails – heeft voedselbeleid op allerlei andere terreinen ingebed. Daarmee voorkom je dat voedselbeleid iets is ‘waar we ook nog iets mee moeten’ of wat als eerste sneuvelt als er grotere, bijvoorbeeld economische belangen spelen.” Milaan is overigens al jaren aanjager van een toekomstbestendig voedselsysteem in steden. In 2015 introduceerde de burgemeester het Milan Urban Food Policy Pact. Inmiddels is dat ondertekend door meer dan tweehonderd burgemeesters wereldwijd, waarmee deze steden hun sleutelrol als omvormer van het voedselsysteem erkennen en beloven er alles aan te doen om te komen tot een nieuwe orde, met oog voor mens en milieu.
Rol van WUR
Dijkshoorn en Achterbosch helpen met hun Wagenings team Groningen die ‘integrale’ weg op. “We analyseren de projecten en kijken naar mogelijkheden om ze zo duurzaam mogelijk in te bedden, mét de gemeente en andere partners.”
“
Hoe mooi een initiatief ook is, er moet een goed verdienmodel inzitten
Restaurant Bie de Buuf in Groningen heeft mensen in dienst die een achterstand hebben tot de reguliere arbeidsmarkt. Foto: Toentje
Die andere partners zijn essentieel, benadrukt Dijkshoorn. “Daarom hebben we naast de elf living labs in de steden, ook een proeftuin waarin we met investeerders – van banken en beleggingsmaatschappijen tot stichtingen die familiekapitaal beheren – bekeken welke voedselinitiatieven ze willen ondersteunen als een maatschappelijke belegging, en hoe steden dat traject voor investeerders kunnen vergemakkelijken. Uiteindelijk wil je een systeem optuigen dat toekomstbestendig is. Grotendeels betekent het dat er een goed verdienmodel in moet zitten.”
Buiten de grenzen van de stad
Hoewel het initiatief van het omgooien van het voedselbeleid vaak vanuit steden komt, is het wel van belang met andere overheden samen te werken, zegt Achterbosch. “In Nederland houdt de provincie zich ook bezig met voedsel, maar dan vanuit het perspectief van het platteland en dat is van belang. Want stad en platteland hebben elkaar nodig om de uitdagingen aan te gaan rondom klimaat, biodiversiteit en leefbaarheid. Bovendien biedt een provincie kans bij innovatie, omdat zij daar middelen voor beschikbaar heeft.” Naast de provincie is ook het Rijk belangrijk. Achterbosch: “Steden kunnen niet in hun eentje regelen dat gezond voedsel betaalbaarder wordt in vergelijking met ongezonde bewerkte producten. Een gemeente is nauwelijks bevoegd om in te grijpen in de voedselomgeving. Zo ontbreekt wetgeving om een grens te stellen aan de dichtheid van fastfoodrestaurants in een buurt of wijk.”
Nederlands voedselbeleid op slot
Volgens Achterbosch zit het landelijke Nederlandse voedselbeleid wat dat betreft op slot. “Als er op Europees beleidsniveau wel stappen worden genomen, zou dat Nederland een belangrijk zetje kunnen geven. Denk aan een Europese sustainable food law, waardoor bijvoorbeeld reclames voor ongezond voedsel worden verboden, vetgehaltes van bepaalde producten worden begrensd en milieukosten in de prijs worden doorberekend.” Dat zijn controversiële beleidsopties waarin op heel korte termijn niet veel verandering te verwachten is, geven Achterbosch en Dijkshoorn toe. “Maar er is wel degelijk beweging. Dat zie je aan het wereldwijde pact van Milaan, maar ook door Food Trails: niet voor niets heeft de EU dit project uitgezet. Daarnaast zijn er diverse andere subsidieprogramma's waarop steden een beroep kunnen doen. De EU beschouwt steden namelijk als een belangrijke aanjager van duurzame innovatie, die bijdraagt aan de Farm to Fork strategie (vergroenen voedselvoorziening, red.) en de Green Deal (klimaatdoelen EU, red.).”
Het is dus echt de bedoeling dat er concrete stappen worden gezet in de komende jaren, legt Dijkshoorn uit. “Food Trails sluit daarom ook aan bij bestaande verbanden, zoals Eurocities, waarin een actieve werkgroep Voedsel zit die lobbyt en beleidsvoorstellen ontwikkelt. Gemeentes zitten het dichtst op hun burgers en zien als eerste dat het anders moet. Laten we hun initiatieven gebruiken om het systeem te hervormen.”
Europese onderzoekscontext
Food Trails draagt bij aan de volgende Europese beleidsuitdagingen:
- Verduurzamen voedselvoorziening
- Reduceren uitstoot broeikasgassen ter voorkoming van opwarming van de aarde
- Hergebruik van bronnen om verspilling te voorkomen
- hervormen voedselsysteem zodat iedereen kan beschikken over gezond, veilig en duurzaam geproduceerd eten
- Inspraak van de burger
Betrokken groepen vanuit Wageningen University & Research: Wageningen Economic Research
Betrokken Europese landen: Albanië, België, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal en Verenigd Koninkrijk
Looptijd: 2020 – 2024
Deel dit verhaal