Mosselzaad. Foto: Karin Troost
KENNISONLINE 2021
De Waddenzee is een uniek ecosysteem. Tegelijkertijd wordt er door mosselvissers gevist op mosselzaad voor hun mosselkweekpercelen, die ook in de Waddenzee liggen. Als dat goed gebeurt, gaat dat prima samen met biodiversiteit, blijkt uit WUR-onderzoek.
Wageningen University & Research doet al 25 jaar onderzoek naar wilde mosselbanken, ecologie en de effecten van mosselkweek op de natuur in de Waddenzee. Voor de mosselkweker zijn jonge mosseltjes (mosselzaad) de basis. Zonder zaad geen mossels. Mosselzaad is een ietwat verwarrende benaming. Het gaat namelijk om zaad én eicellen, die door wilde mossels het water in worden gespoten. Na bevruchting ontstaan hieruit minuscule mosseltjes van een paar millimeter groot, het mosselzaad. Dit mosselzaad zweeft in het voorjaar in enorme hoeveelheden in de Waddenzee. Tijdens de zogenaamde zaadval hecht het mosselzaad zich op bepaalde plekken op de bodem van de Waddenzee. Mosselkwekers mogen het mosselzaad gedurende een beperkte periode verzamelen om het vervolgens op te kweken op mosselpercelen tot consumptiemosselen.
Vergunning voor verzamelen
Ieder jaar wordt er door de WUR-onderzoekers gekeken waar en hoeveel mosselzaad er gevallen is. Vervolgens vragen mosselkwekers een vergunning aan om een bepaalde hoeveelheid van het zaad op te vissen. Daarbij geldt een belangrijke afspraak: de totale biomassa aan mosselen moet gelijk blijven als in de situatie waarin er niet gevist en gekweekt zou worden. Ook zijn er bepaalde gebieden aangewezen waar niet gevist mag worden, de zogenaamde ‘gesloten gebieden’. Zo worden wilde mosselbanken en de voedselvoorraad voor bijvoorbeeld eidereenden beschermd. Die afspraak is er dus niet voor niets.
Mosselzaad op de zeebodem. Foto: Karin Troost
De WUR-onderzoekers weten veel over mossels, maar niet alles. Zo is het ze nog steeds een raadsel waarom er het ene jaar veel mosselzaad in de Waddenzee is en het andere bijna geen. “Je hebt vette en magere jaren, maar het mechanisme daarachter hebben we nog niet kunnen achterhalen”, zegt Nathalie Steins, projectleider bij Wageningen Marine Research.
Te veel gevist = voedselgebrek voor vogels
Eind jaren 80 was er een aantal jaren dat er weinig zaadval was. Steins: “De kwekers hadden zaad nodig om mossels te kunnen kweken, maar als er op een gegeven moment weinig zaad is, ga je op alle mogelijke plekken kijken waar wel wat ligt. Mosselkwekers hebben toen kokkelschepen ingehuurd. Die zijn heel ondiep en kunnen bij vloed over mosselbanken varen die bij eb droogvallen. Ze hebben toen het mosselzaad grotendeels opgevist. De weinige kokkels die er in de periode waren, werden door de kokkelvissers opgevist. Samen had dit als gevolg dat er grote vogelsterfte optrad onder eidereenden en scholeksters door voedselgebrek.”
Zeeuwse mosselvissers vissen mossellarfjes op in de Waddenzee en verspreiden ze over hun eigen mosselpercelen, waar ze uitgroeien tot volwassen mossels. WUR-onderzoeker Henrice Jansen onderzoekt of mosselkweek en natuur samen kunnen gaan. Dat blijkt het geval: de biodiversiteit van een mosselperceel is vergelijkbaar met die van een wilde mosselbank.
Deze handelswijze kwam de mossel- en kokkelvisserij op veel kritiek te staan. Natuurorganisaties verweten de vissers de Waddenzee te hebben leeggevist. De sector heeft toen vrijwillig afspraken gemaakt over de voedselbeschikbaarheid voor vogels en gebieden waar niet meer op mosselzaad mocht worden gevist, om het herstel van wilde mosselbanken mogelijk te maken. Later zijn deze en andere maatregelen vastgelegd in overheidsbeleid. Tien jaar geleden is ook afgesproken om nieuwe methodes voor het verzamelen van mosselzaad te ontwikkelen.
“
In de bepaalde gebieden mag niet op mosselzaad gevist worden. Zo worden wilde mosselbanken beschermd
Nieuwe vangmethode
Mosselzaad werd tot het begin van deze eeuw gevangen met behulp van een mosselkor, een stalen frame met daarin een ondiep net dat over de mosselzaadbank of het kweekperceel wordt voortgetrokken. Sinds een jaar of twaalf is er een andere vangstmethode in zwang: de Mosselzaadinvanginstallatie (MZI). Hierbij staan palen in zee met daartussen touwen, waaraan de zwevende mossellarfjes zich vasthechten. Inmiddels komt ongeveer de helft van het zaad uit deze MZI's.
Het idee is dat deze methode milieuvriendelijker is, omdat de bodem niet wordt omgewoeld en er geen verstoring van de biodiversiteit op de bodem optreedt. Nathalie Steins plaatst hier een kanttekening bij. “Met de installatie van MZI’s breng je structuren in het water, die niet biologisch afbreekbaar zijn: nylon, plastic en metaal. Er is altijd een kleine kans aanwezig dat er onder invloed van sterke stroming of stormen delen van MZI’s losraken.
Een mosselkotter met een Mosselzaadinvanginstallatie. Foto: Lando Nieuwenhuize
Zwevende mossellarfjes hechten zich aan de touwen. Foto: Karin Troost
Wilde mosselbanken zijn met hun grillige vormen niet alleen leverancier van mosselzaad, ze zijn ook een hotspot voor krabbetjes, zeesterren, zeepieren, visjes, kreeftjes, zeepokken, anemonen enz. Hetzelfde geldt gelukkig voor de kweekpercelen van de mosselkwekers. Er zijn wel 102 verschillende soorten op de kweekpercelen geteld tegen 84 op de wilde mosselbanken. Daarbij moet worden aangetekend dat de kweekpercelen vooral in gebieden met hogere zoutgehaltes liggen. Hoe zouter het water, hoe groter de biodiversiteit. Ook houden de mosselkwekers de kweekpercelen zoveel mogelijk schoon van zeesterren, die mosselen en andere soorten die in hun buurt leven, eten.
“
Schelpdierkweek is een volslagen natuurlijk proces, zonder toevoegingen, kunstmest of bestrijdingsmiddelen
Mosselen zijn de ‘grazers’ van de Waddenzee. Maar levert de Waddenzee wel voldoende rantsoen, aangezien wilde schelpdieren en kweekmossels uit dezelfde ruif eten? “Mossels en andere schelpdieren filteren als een gek al het water van de Waddenzee en daar eten ze de microalgen uit”, zegt Steins. “Je kunt je voorstellen dat hoe meer schelpdieren er zijn, hoe minder voedsel er is, omdat de algen zich niet snel genoeg kunnen vermenigvuldigen. Uit onderzoek van Wageningen blijkt echter dat de voedselvoorziening voor schelpdieren, inclusief de gekweekte mossels, op dit moment niet onder druk staat”.
Microalgen en microplastics
Mosselen filteren niet alleen microalgen uit het water, ook microplastics zijn teruggevonden in het maagdarmkanaal van mossels. Steins: “Het is bekend dat mosselen microdeeltjes tussen de 5 en 40 micrometer kunnen filteren. Een deel hiervan kan in het maagdarmkanaal terecht komen. Als je mosselen eet als onderdeel van een normaal menu, is er geen reden om aan te nemen dat dit tot een substantiële blootstelling aan plasticdeeltjes leidt, zeker niet ten opzichte van andere bronnen zoals huisstof.”
Het project Schelpdieren, duurzaam en gezond ontsluit kennis van de afgelopen decennia voor mosselkwekers. Steins: “Tegenwoordig moet je kunnen aantonen dat je op een maatschappelijk verantwoorde manier aan het ondernemen bent. Dat houdt ook in dat je vragen moet kunnen beantwoorden als ‘blijven er wel voldoende mosselen in de Waddenzee en hoe zit het met de vervuiling van zeewater in relatie tot het eten van mosselen?
Het opvissen van mosselzaad uit de Waddenzee. Foto: Karin Troost
Volgens Steins gaan goed gereguleerde mosselkweek en natuurbeheer goed samen. “Als ik buitenlandse collega’s spreek, wordt schelpdiervisserij- en kweek vooral bekeken vanuit een positieve kant, dat het goed is voor de biodiversiteit, het ecosysteem, de waterkwaliteit. Men is dan vaak verbaasd over de discussie in Nederland of je een natuurgebied als de Waddenzee ook moet gebruiken als een schelpdierproductiegebied voor de mens.”
Foo(d)tprint
“Als je dierlijk voedsel met een zo laag mogelijke milieubelasting wilt gebruiken, moet je schelpdieren eten”, zegt Steins. Een inventarisatie van bijna 200 studies naar de ecologische voetafdruk van dierlijke voedingsproducten uit visserij, aquacultuur en veehouderij toont aan dat schelpdieren het beste scoren. Volgens Steins komt dat doordat schelpdierkweek een volslagen natuurlijk proces is, zonder toevoegingen, kunstmest of bestrijdingsmiddelen. “Je moet alleen het zaad vangen en oogsten. Dus als je ecologisch hip wilt zijn, moet je mosselen eten.”