Foto: Oscar Bos
Windparken op zee bieden kansen voor het vergroten van de mariene biodiversiteit. Onderzoekers van Wageningen Marine Research onderzoeken natuur-inclusieve ontwerpen voor de funderingen van offshore windmolens waar vissen, kreeften en krabben kunnen schuilen en waar allerlei andere soorten op kunnen groeien. Zo kunnen nieuwe habitats ontstaan.
Afgelopen zomer werd de laatste turbine geïnstalleerd in het Windpark Hollandse Kust Zuid. Dit windpark voor de kust tussen Scheveningen en Zandvoort bestaat uit 139 windmolens en werd in september 2023 officieel in gebruik genomen. Het is een van de zeven offshore windparken die de overheid voor 2030 in de lucht wil hebben. Die moeten samen 21 Gigawatt aan energie gaan leveren. Dat is 16 procent van de gehele energievraag in Nederland en 75 procent van het huidige elektriciteitsverbruik.
Bruinvissen en zeehonden
Wind op zee vervult een belangrijke rol in de transitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie. Voorwaarde voor de nieuwe windparken is wel dat de bouwers rekening houden met ecologie en biodiversiteit. ‘Nederland is een van de weinige landen die dergelijke eisen stelt aan de bouw van windparken, omdat wij hierin kansen zien voor natuurherstel’, zegt marien bioloog Oscar Bos van Wageningen Marine Research. Windparken op zee kunnen zowel positieve als negatieve effecten hebben op het zeeleven. ‘Vorig jaar lag ik op het strand bij Noordwijk toen ik opeens zwaar gedreun hoorde. In de verte zag ik schepen en windmolens in aanbouw. Ik realiseerde me toen dat dit het geluid van heien was. Uit studies weet ik dat het geluid en het energieniveau van het heien immens is, maar ik wist niet dat je dat ook op het strand kon horen. Onder water draagt geluid nog verder dan door de lucht, dus je kunt je voorstellen dat dieren zoals bruinvissen en zeehonden daar last van hebben.’
‘Nederland stelt eisen aan de bouw van windparken, omdat hierin kansen zitten voor natuurherstel’
In de windparken wordt met een onderwaterdrone onderzocht of er nieuw leven te vinden is op de rotsen. Foto’s: Oscar Bos
Ook boven water ondervindt de natuur hinder van de windturbines. Bos: ‘Zo zijn zwemmende zeekoeten en alken bang voor de windparken. Zij vermijden ze liever. En vliegende jan-van-genten kunnen last hebben van de molenwieken. Maar aalscholvers gedijen juist weer goed bij windparken. Ze gebruiken de palen als uitvalsbasis om vis te vangen.’
Natuurinclusief bouwen
Om meer ecosysteemfuncties aan te bieden, zoals schuilplaatsen, extra habitat of paaiplaatsen, zijn onderzoekers, bouwbedrijven en windparkontwikkelaars bezig met het natuur-inclusief ontwerpen van windparken. Dit houdt in dat ze standaard windparkonderdelen, zoals steenstort of kabelbedekking, zo ontwerpen dat de natuurlijke biodiversiteit een extra stimulans krijgt. In windpark Hollandse Kust Zuid zijn daarom op een aantal locaties op de bodem direct naast de steenstort kunstriffen van stenen aangebracht die schuil- en vestigingsplaatsen bieden aan vissen en andere soorten. Bos en zijn collega’s hopen inzicht te krijgen in welke natuur-inclusieve maatregelen de beste kosten-baten verhouding hebben. In het project KOBINE, een samenwerking van Wageningen Marine Research, De Rijke Noordzee, Waardenburg Ecology, Witteveen en Bos en Vattenfall, doen zij voor een aantal natuur-inclusieve ontwerpen onderzoek naar de biodiversiteit en de aanlegkosten. Een belangrijke factor voor de mariene biodiversiteit is de fundering van windturbines. Om te voorkomen dat het zand rondom de turbines wegspoelt, wordt er bij de fundering van de palen stortsteen aangebracht. Die blijkt gunstige effecten te hebben op de biodiversiteit, zag Bos: ‘In juli 2023 hebben we voor het KOBINE-project met een onderwaterdrone in windpark Hollandse Kust Zuid sonar- en video-opnames gemaakt van de steenstort. We zagen dat ze barstensvol leven zaten, met verschillende soorten anemonen, zeesterren, mosselen en grote Noordzeekrabben die er leven en schuilen. Ook verstoppen botervisjes zich tussen de stenen en zwemmen er scholen vissen als de steenbolk en de horsmakreel rond. Zij zijn weer voedsel voor roofvissen als de kabeljauw, zeevogels en zeezoogdieren als zeehonden.’
Voor het project KOBINE wordt voor de kust van Scheveningen met een onderwaterdrone gevaren. Met dit project wordt een aantal casestudies op zee met kunstriffen of ‘optimized scour protection’ bestudeerd, om windparken aantrekkelijker te maken voor vissen en andere dieren. De onderwaterdrone brengt in beeld wat voor leven er te vinden is op de zeebodem rondom windparken. Zo wordt een soort ‘googlemaps’ gemaakt van de zeebodem. Hiermee kan in kaart worden gebracht hoe de biodiversiteit eruitziet en hoe deze vervolgens omgezet kan worden naar natuurwaarden.
Dat onderzoek niet altijd het gewenste resultaat oplevert, ondervond Bos in de zomer van 2022. In het kader van het project BENSO was er op de Doggersbank – een grote, relatief ondiepe zandbank midden in de Noordzee – een experiment opgezet om te zien welk type rif het beste zou uitpakken voor de biodiversiteit. Ecologen van Waardenburg Ecology hadden een aantal kunstriffen met combinaties van kleine en grotere stenen bij een scheepswrak geplaatst. Een jaar later, in september 2022, dook Bos naar beneden om te zien wat ervan terecht was gekomen. ‘Met mijn buddy daalde ik via de ankerlijn af in het blauwe water naar de bodem om de riffen te gaan bemonsteren. In mijn fantasie zagen ze er prachtig begroeid uit, vol met anemonen, zacht koraal, en met scholen vissen, net als de scheepswrakken waar we op duiken. Een bonus zou een ei van een hondshaai zijn, of een octopus. De teleurstelling was dan ook groot toen we op de bodem alleen een paar restanten van het experiment zagen. De hele handel was onder het zand beland, en we konden alleen nog enkele grote stenen en een paar labels terugvinden.’ Na het mislukte experiment op de Doggersbank verlegden Bos en zijn collega’s hun aandacht naar plekken waar wel succes te behalen is, zoals bestaande kunstriffen. Op vier uur varen van Den Helder ligt een grote betonnen voet van een voormalig olieboorplatform, met daaromheen een mix van grote en kleine stenen. ‘Daar hebben we afgelopen juli gedoken. Dat kunstrif lijkt op wat er in windparken wordt aangelegd en laat mooi zien hoe zo’n habitat zich in enkele decennia kan ontwikkelen.’
‘Het herstellen van oesterbanken heeft een positieve impact op de biodiversiteit’
Omdat ze water filteren hebben oesterbanken een gunstig effect op de waterkwaliteit. Foto: Oscar Bos
Wageningse onderzoekers experimenteren in en rondom windparken ook met het herstel van natuurlijke oesterriffen. Honderd jaar geleden was ongeveer 35.000 km² van de internationale Noordzeebodem bedekt met oesters. Door overbevissing en ziektes zijn die oesterbanken volledig verdwenen en is er een zandbodem overgebleven. ‘Het herstellen van deze banken heeft een positieve impact op de biodiversiteit’, zegt Bos. ‘Omdat ze water filteren hebben oesterbanken een gunstig effect op de waterkwaliteit. Ook vormen ze een habitat voor vissen, krabben, kreeften, garnalen en nog veel meer soorten. Op de oesterschelpen kunnen zich allerlei kleine prooidieren vestigen, die als voedsel dienen voor vissen.’ Momenteel lopen er verschillende oesterherstelprojecten, met bemoedigende resultaten. ‘De projecten in de natuurgebieden Voordelta en Borkumse Stenen en in een aantal offshore windparken laten zien dat platte oesters, ook al komen ze uit Noorwegen of Ierland, zich prima kunnen handhaven op de Noordzeebodem. Voor echte herintroductie is opschaling noodzakelijk, het liefst met Nederlandse oesters’, aldus Bos. Er komt vanuit buurlanden steeds meer belangstelling voor dit onderzoek, hoewel het verbeteren van de biodiversiteit bij windparken in het buitenland geen eis is. Bos: ‘Aan oesterherstel wordt in andere landen ook gewerkt, maar dan vaak dicht bij de kust. Het natuur-inclusief ontwerpen van steenstort in een windpark is relatief nieuw. Ik heb vorig jaar nog presentaties gegeven in Engeland en Duitsland over ons onderzoek en de Nederlandse aanpak. Daar was veel animo voor.’
Deel dit artikel