ECONOMISCHE INFORMATIEVOORZIENING
De staat van het agrarisch bedrijf
Foto: Shutterstock
Het is belangrijk om precies te weten hoe boeren het doen wat betreft hun inkomen en wat de gevolgen zijn van de landbouw op de leefomgeving. Wageningen University & Research verzamelt informatie voor het maken en bijsturen van nationaal en Europees beleid.
Hoe duurzaam is een boerenbedrijf? Hoeveel antibiotica, gewasbeschermingsmiddelen, mest en mineralen gebruikt de boer en hoe efficiënt worden deze gebruikt? Wat zijn de inkomsten uit verkochte producten? En welke kosten worden er gemaakt voor het inzetten van personeel, het pachten van land en het gebruik van machines en gebouwen? Deze en andere gegevens worden door Wageningen Economic Research verzameld in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Elk jaar worden de verzamelde gegevens samengevat in kengetallen waaruit blijkt hoe het agrarisch bedrijf in Nederland er voor staat.
Het gemiddelde inkomen uit het bedrijf voor de land- en tuinbouw bedroeg in 2019 57.000 euro
Zo werd het gemiddelde inkomen uit het bedrijf voor de land- en tuinbouw in 2019 geraamd op 57.000 euro per onbetaalde arbeidskracht, dat was een stijging van 6000 euro ten opzichte van 2018. Vooral ondernemers in de varkenshouderij en de (glas)tuinbouw hadden een goed jaar achter de rug. Melkveehouders, akkerbouwers en pluimveehouders kampten in 2019 met een daling van hun inkomen.
Toekomstig beleid
Deze gegevens vormen de basis voor discussies over toekomstig landbouwbeleid in de Europese Commissie. Kooiman: “Besef dat het een belangrijke taak is van de EU om onze voedselvoorziening te garanderen. Daarom moet het inkomen van de boeren veilig worden gesteld, wat betekent dat soms overheidssteun nodig is.”
“Willen we beleid kunnen maken waarmee we boeren in staat stellen voldoende, gezond en betaalbaar voedsel te produceren, dan hebben we feiten en cijfers nodig over wat er speelt.” De afgelopen jaren werd het steeds belangrijker dat boerenbedrijven duurzaam produceren en voor de natuur in Europa gaan zorgen. De akkerbouwer kan bijvoorbeeld de randen van zijn akkers beheren door een strook land in te zaaien met bloemen die de biodiversiteit verbeteren.
Feiten en cijfers zijn nodig over wat er speelt om een goed beleid voor boeren te kunnen maken. Foto: Shutterstock
Kooiman: “Door de boer te compenseren voor inkomensverlies als gevolg hiervan, kan de EU de ontwikkeling van bijvoorbeeld biodiversiteit stimuleren. Ook kan de EU met onze cijfers en die van andere landen, binnen Europa worden gegevens verzameld van 80.000 bedrijven, de boeren binnen de verschillende EU-landen met elkaar vergelijken.”
Juist de combinatie van economische en duurzaamheidsinformatie maakt het mogelijk zinvolle beleidsevaluaties uit te voeren, aldus Kooiman. “Wat zijn de economische consequenties van bepaalde milieu- of dierwelzijnsmaatregelen en in hoeverre heeft dat invloed op de winstgevendheid en continuïteit van bedrijven? Wat zijn de goedkoopste maatregelen om bepaalde milieudoelen, zoals het verlagen van emissies van broeikasgassen of ammoniak, te realiseren?”
Representatieve boerenbedrijven
Nederland telt in totaal zo’n 54.000 boerenbedrijven. De data worden verzameld bij 1.500 boerenbedrijven die zodanig zijn geselecteerd dat ze een representatieve steekproef vormen voor álle boerenbedrijven in Nederland. Deze 1.500 boeren doen mee op vrijwillige basis. Nu Nederland midden in de stikstofcrisis zit, wordt het voor Arie Kooiman lastiger om boeren te motiveren om mee te doen. “Ik krijg nogal eens te horen dat een boerenbedrijf het nut niet ziet van meedoen. ‘Ze weten alles al van ons, en wat ze weten wordt tegen ons gebruikt’, is dan het argument. De boeren voelen zich in de hoek gezet.”
Hoe duurzaam een boerenbedrijf is en welke productiemethoden gebruikt worden is belangrijke informatie voor Wageningen Economic Research. Foto: Shutterstock
Het wordt steeds belangrijker dat boerenbedrijven duurzaam produceren.
Foto: Shutterstock
“Terwijl het juist belangrijk is om goede cijfers te krijgen zodat we weten wat er écht speelt en hoe boeren geraakt worden door overheidsmaatregelen, dat er een objectieve partij staat tussen overheid en sector.” In ruil voor het aanleveren van gegevens krijgt een boerenbedrijf overigens waardevolle inzichten in zijn prestaties: de boer(in) krijgt jaarlijks een verslag dat laat zien hoe goed het bedrijf het doet, ten opzichte van andere bedrijven binnen de sector. Dit geldt niet alleen voor de economische gegevens, deelnemers krijgen jaarlijks een duurzaamheidsverslag. Met die cijfers kan hij of zij de bedrijfsvoering bijsturen.
De registratie van het antibioticagebruik heeft bij de boeren geleid tot een afname ervan
Die bewustwording kan bovendien positieve effecten hebben op de duurzaamheid. Concreet heeft het registreren van het antibioticagebruik bij de boeren geleid tot een afname ervan. “We monitoren het antibioticagebruik sinds vijftien jaar. Toen we begonnen zeiden boeren: ‘Dat krijgen we voorgeschreven door de veearts, daar hebben we niet veel invloed op’. We hebben gewezen op het gevaar van antibioticaresistentie en zijn gaan onderzoeken wat het diergeneesmiddelengebruik was.”
Gedragsverandering
“Ook kregen boeren teruggekoppeld hoe groot hun antibioticagebruik was in vergelijking met collega’s binnen de sector. Het inzicht dat ze daarmee kregen droeg vervolgens bij aan een gedragsverandering.” Er gaat veel tijd zitten in het verzamelen en uitwerken van de cijfers. Kooiman verwacht dat dit in de toekomst door digitalisering sneller zal gaan, en dat de cijfers daardoor actueler kunnen worden. “Dat we straks bijna real time kunnen meten. Nu is het zo dat sommige bedrijven alles digitaliseren, terwijl anderen nog mappen met papier hebben staan.” Via www.agrimatie.nl zijn de meest recente onderzoeksresultaten beschikbaar.
WIE
Arie Kooiman, Regiohoofd Bedrijveninformatienet
ONDERZOEK
Registratie van de duurzaamheidsprestaties en de financieel-economische boekhouding van 1.500 land- en tuinbouwbedrijven
WOT
Economische informatievoorziening, Wageningen Economic Research