De sloppenwijk Kibera in Kenia. Foto: Gabriel Francis Mwangi
Hoe zorg je ervoor dat bewoners van steeds groter wordende sloppenwijken toegang hebben tot meer en gezonder eten? In een onderzoeksproject van Wageningen University & Research werden viskwekers van het Keniaanse platteland in contact gebracht met straatverkopers in sloppenwijk Kibera. Hierdoor verbeterde niet alleen het dieet van de mensen in Kibera, maar ontstond er ook een nieuwe afzetmarkt voor de viskwekers.
In de gammele huizen van de sloppenwijk Kibera, in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, zijn de maaltijden vaak vrij eenzijdig. Een vullende maïspap vormt het belangrijkste voedsel. Hiermee krijgt de gemiddelde Kiberiaan echter niet voldoende voedingstoffen binnen: eiwitten en groentes ontbreken meestal. Om de vraag te beantwoorden hoe dit dieet voedzamer kan worden gemaakt in het steeds maar groeiende Kibera, voerde Wageningen University & Research een vierjarig onderzoeksproject uit: ‘Feeding cities and migration settlements’.
In deze grootste sloppenwijk van Kenia wonen bijna een miljoen mensen, maar dit aantal neemt rap toe. Elke dag weer arriveren er nieuwe mensen. Ze komen van het Keniaanse platteland, waar sprake is van voedselschaarste. Door klimaatverandering heerst op steeds meer plekken in Kenia droogte en een tekort aan water, waardoor het moeilijker wordt om voedsel te produceren. Ook is er een chronisch tekort aan land, waardoor grote families het met steeds kleinere stukken land moeten doen. Maar ook in Kibera is het lastig om voedsel te produceren: alles komt van buiten de stad.
‘De kennis die we met dit project in Kibera hebben opgedaan, kunnen we straks weer op veel andere plekken gebruiken’
Viskwekers van het platteland. Foto: Charles Mbauni Kanyuguto
Katrine Soma is projectleider van het onderzoeksproject. Zij zorgde de afgelopen jaren door middel van workshops en onderzoek voor een betere verbinding tussen viskwekers op het platteland en straatverkopers in Kibera. Hierdoor hebben veel mensen in Kibera inmiddels toegang tot een stukje vis en de viskwekers kunnen hun vis beter kwijt, vertelt Soma. Inmiddels wordt er 2 ton vis per week in Kibera verkocht.
Al voordat Soma begon met het project in Kibera had ze een netwerk in Kenia, opgedaan tijdens een ander onderzoeksproject. “Daar heb ik verder op geborduurd. Daarnaast kunnen we de kennis die we met het huidige project in Kibera verkrijgen straks weer op veel andere plekken gebruiken.” Maar, zo zegt ze, het is niet zo dat de kennis een-op-een kan worden overgenomen. “Dit geldt zelfs niet binnen Kenia, er zitten zulke grote verschillen tussen de stammen en de sloppenwijken. Het is altijd context-afhankelijk en valt of staat met samenwerking met de lokale bevolking.” Als je een duurzaam project wilt opzetten, moet je dat doen met mensen die de plaatselijke situatie door en door kennen, legt Soma uit.
Kibera is een complexe sloppenwijk, vertelt Soma. De inwoners van Kibera zijn afkomstig uit vele verschillende stammen. De meeste komen uit de buurt van het Victoriameer, maar ook uit andere delen van het land. “Ze gaan naar Kibera omdat ze op zoek zijn naar werk en een nieuwe toekomst. Het is goedkoop om in de sloppenwijk een huis te huren: omgerekend zo’n 20 euro per maand.” Maar voorzieningen, zoals toegang tot water en elektriciteit, zijn vaak niet aanwezig. In ieder geval niet op consequente basis. Ook toegang tot voldoende en voedzaam eten is in veel gevallen niet aanwezig.
“Voedselveiligheid gaat niet alleen over voldoende en kwalitatief hoogwaardig voedsel. Het gaat ook om het hebben van voldoende inkomsten en weten of je ook morgen genoeg verdient om eten te kunnen kopen.” Veel van de inwoners van Kibera zijn daarnaast verantwoordelijk voor familieleden die op het platteland zijn achtergebleven. “Dat valt ook onder voedselveiligheid.”
‘De enige manier om op een veilige manier de sloppenwijk binnen te komen is samen met een community lead’
Onderzoeker Katrine Soma en de community lead. Foto: Charles Mbauni Kanyuguto
Soma zette een workshop op, bedoeld voor straatverkopers, viskwekers en lokale leiders, tijdens de pandemie. Het doel was om knelpunten op te lossen, vertrouwen te kweken en zo het nieuwe visverkoopsysteem leven in te blazen. Zomaar Kibera, dat weer onderverdeeld is in meerdere wijken, binnenlopen is geen optie, vertelt Soma. “Je hebt echt een zogeheten community lead nodig die je kan introduceren bij de lokale bevolking. Dat is een goede en veilige manier om binnen te komen bij de mensen die in de sloppenwijk wonen.”
Via deze community lead kwam ze vervolgens in contact met de straatverkopers, waaronder visverkopers, maar ook met de huishoudens zelf om te horen waar de grootste uitdagingen lagen. “We kwamen erachter dat er een enorm tekort was aan voedzame en betaalbare vis in Kenia.
De hoeveelheid wilde vis neemt af en vis wordt in toenemende mate geïmporteerd uit Oeganda, Europa en China. Veel mensen in Kibera hebben echter onvoldoende koopkracht om kwalitatief goede vis te kopen.” De visverkopers in Kibera zijn meestal vrouwen. Overdag maken ze de vis schoon en bereiden ze de vis en in de avond wordt deze verkocht. Hun mannen maken vaak lange dagen in fabrieken.
Tegelijkertijd legde Soma contact met viskwekers in Nyeri. Zo kwam ze erachter dat de viskwekers 70 procent van hun kwalitatief hoogstaande vis (vooral bestaande uit tilapia) niet goed konden verkopen, omdat de vissen te klein waren voor de ‘luxere’ markt, zoals restaurants, hotels, supermarkten en scholen. Soma: “Deze problemen van vraag en aanbod leken opgelost te kunnen worden door betaalbare, kleine vis naar Kibera te brengen.”
Dankzij het onderzoeksproject ‘Feeding cities and migration settlements’ hebben veel mensen in Kibera nu toegang tot een stukje vis en de viskwekers van het platteland kunnen hun vis beter kwijt.
Het opzetten van de dialoog tussen deze twee groepen was echter behoorlijk ingewikkeld, aldus Soma. “Zo gebruikten ze andere woorden, bijvoorbeeld voor het gewicht van vis.” Ook waren de twee groepen tijdens een eerdere verkiezing in conflict geraakt, dus aan vertrouwen onderling moest hard gewerkt worden. Eindelijk is het gelukt om de twee groepen aan elkaar te verbinden vertelt Soma. “Een samenwerkingsverband van de viskwekers zorgde ervoor dat de vis gekoeld en schoongemaakt naar de sloppenwijk wordt gebracht. In de sloppenwijk wordt de vis door de community lead gedistribueerd onder de visverkopers. Die betalen vervolgens pas voor de ingekochte vis nadat zij deze verkocht hebben.
De grootste uitdaging voor de viskwekers is nu om financiering te krijgen voor het uitbreiden van hun bedrijf. Ze kunnen vaak geen lening krijgen waardoor het lastig is om hun situatie te veranderen.”
Het project liep in 2022 af, maar wordt vervolgd door een ander project. Soma verwacht dat het nieuwe systeem dat is opgezet ook zal standhouden als zij zich niet meer actief hier mee bezighoudt. “Het is natuurlijk een onderzoeksproject en we hebben er veel wetenschappelijke kennis mee opgedaan. Maar het is ook heel fijn om te zien dat het daadwerkelijk impact heeft op het verbeteren van de voedselveiligheid in Kibera.”
Deel dit artikel
Onderzoeksproject Voeden van steden & migratie
Team Bertram de Rooij, Bob Castelein, Emma Termeer, Valerie Janssen, Tinka Koster, Xiaolu Hu, Jaap van Os, Michele Pedrotti en partners in Kenia