Foto's in dit verhaal: Shutterstock
Door klimaatverandering en zeespiegelstijging staan delta’s als Vietnam en Bangladesh onder druk. WUR helpt mee om delta’s toekomstbestendig te maken, onder ander door de zogeheten Food Systems Approach, waarmee beleidsmakers inzicht krijgen in alle factoren en belangen die ter plaatse een rol spelen.
De felgroene rijstvelden in de Mekongdelta prijken in menig reisbrochure. Maar zo vruchtbaar zag die regio er niet altijd uit. Met hulp van Wageningse onderzoekers ontwikkelde de delta zich eind jaren zeventig tot de ‘rijstkom’ van Vietnam. Vietnam produceert inmiddels veel meer rijst dan het zelf kan opeten, maar verdient bar weinig met de export. Door andere gewassen, garnalen en zeewier te telen, probeert de Vietnamese overheid de Mekongdelta als vooraanstaand voedselcentrum te behouden. Dat kan ook, zegt Gerardo van Halsema, onderzoeker bij Environmental Research binnen Wageningen University & Research (WUR) en al ruim twintig jaar betrokken bij projecten in Vietnam. “Maar alleen als Vietnam rekening houdt met externe factoren als klimaatverandering én de eisen van de wereldmarkt.”
Het Vietnamese voedselsysteem is nu veel complexer dan 45 jaar geleden. “Na de oorlog, in 1975, had het land vooral behoefte aan eten”, vertelt Van Halsema. “Het was een kwestie van technologische oplossingen vinden om zoveel mogelijk rijst te produceren.” Daar kwam Wageningen om de hoek kijken. Wageningse wetenschappers ontdekten begin jaren tachtig dat de Mekongdelta, net als de Nederlandse drooggelegde kustregio’s, kampte met verzuurde grond Daar wisten ze mee af te rekenen door de bodem constant met zoet water te spoelen. Ook werden er hogere dijken gebouwd die de rijstvelden beschermden tegen overstromingen van de Mekongrivier.
Het effect was fenomenaal: Vietnam schopte het tussen 1975 en 1995 tot de op één na grootste rijstproducent ter wereld, na Thailand. Maar wie intensieve landbouw bedrijft in een delta krijgt vroeger of later te maken met bodemdaling en verzilting, zegt Van Halsema. “De Mekongdelta ligt gemiddeld een meter boven de zeespiegel. Als dat door bodemdaling nog verder zakt, krijg je onvermijdelijk te maken met overstromingen. En dat proces wordt nog eens versterkt door de klimaatverandering: de regentijden zijn extremer waardoor de Mekong nóg sneller buiten haar oevers treedt, bovendien stijgt de zeespiegel en loopt er zoutwater het land in wat verzilting van de grond tot gevolg heeft.”
Plus: de afzetmarkt verandert. Niet alleen is méér behoefte aan voedsel door groeiende bevolkingsaantallen, maar de markt verlangt ook diversificatie: groente, fruit en vis. De Vietnamese overheid, zo vertelt Van Halsema, omarmt de diversificatie die WUR sinds het begin van dit millennium bepleit. Vooral omdat het meer bestaanszekerheid voor boeren betekent en per saldo meer inkomsten voor Vietnam. Bij die omslag hebben boeren de overheid wel nodig, bijvoorbeeld voor sneller transport en certificering met betrekking tot voedselveiligheid.
De kwaliteit van de traditionele rijstteelt gaat snel achteruit in de Mekongdelta van Vietnam als gevolg van klimaatverandering, bodemdaling en intensieve teelt. WUR-onderzoeker Ivo Demmers en zijn Vietnamese collega Dang Kieu Nhan onderzoeken alternatieven voor rijst en ontdekten dat zoutwatergarnalen en drakenfruit uitkomst bieden.
En misschien wel de allerbelangrijkste taak van de overheid: zij moet de regio beschermen tegen klimaatverandering. Je verzetten tegen het hoogwater – zoals in Vietnam lang is gedaan – is echter zinloos, zegt Van Halsema. “Het is wel begrijpelijk dat daarover veel frustratie heerst, Vietnam heeft immers nauwelijks invloed op de waterstand in de Mekongrivier. De hoeveelheid water die het land binnenstroomt wordt gereguleerd door dammen in China en Laos, dus kun je je beter concentreren op wat je binnen je eigen grenzen kunt veranderen. Steeds hogere dijken bouwen heeft geen zin. Beter is het om de rivier de ruimte te geven en het omliggende land te gebruiken voor wat er wél kan groeien.”
De rivier meer ruimte geven, betekent in de hooggelegen gebieden dat je nog maar twee in plaats van drie rijstoogsten per jaar hebt en dat je het land verder kunt gebruiken voor de teelt van vis. Die combinatie levert meer inkomsten op, zegt Van Halsema. Om zuinig te zijn op het grondwater, dat hard nodig is als drinkwater, wordt dichtbij zee de teelt van zoetwatervissen zoals tilapia en pangasius ontmoedigd en vervangen door polycultuur van garnalen en vissen in zoutwaterbassins. Van Halsema: “Er is veel animo voor garnalen en de prijs is hoog. Als je ze bovendien teelt in mangrovebossen, bescherm je ook nog eens de kust.”
Om het steeds complexer wordende voedselsysteem in de Mekongdelta te ontleden hanteert Wageningen de Food Systems Approach. Jan Verhagen van Wageningen Plant Research is expert op dit gebied. “Je moet een voedselsysteem zien als een balanceer-act, allerlei factoren en belangen grijpen in elkaar. Voor beleidsmakers ter plaatse is het vaak lastig om het overzicht te houden, zeker omdat besluitvorming verdeeld is over verschillende ministeries. Bij landbouw kijken ze naar de bodem, bij economische zaken naar het inkomen, bij milieu naar de effecten van klimaatverandering.”
Met de Food Systems Approach zet je alle sociaaleconomische en milieugerelateerde drijfveren in één schema. Verhagen: “Hoofddoel voor Vietnam is om de Mekongdelta een rijke voedselproductieregio te laten zijn. Maar om het toekomstbestendig te maken moeten ook de consument, producent en het milieu in acht worden genomen. Vandaar dat de Food Systems Approach vier doelen onderscheidt: 1. Genoeg eten voor iedereen, 2. Een gezond dieet, 3. Een eerlijke verdeling van de kosten en opbrengsten in de voedselketen en 4. Duurzaamheid en behoud van biodiversiteit.”
‘Dichtbij zee worden garnalen gekweekt in zoutwaterbassins’
Foto: Jan Verhagen
Hoewel het niet altijd even makkelijk is geweest, zien WUR-onderzoekers Verhagen en Van Halsema dat de Food Systems Approach langzamerhand voet aan de grond krijgt. Het contact tussen wetenschappers en de regering is intensief, zeker sinds de extreme overstromingen in 2011 en de extreme droogte in 2016 ziet Hanoi dat verduurzaming – ook van het voedselsysteem – noodzakelijk is. Aan de instelling van de boeren zal het bij die omslag in elk geval niet liggen, zegt Van Halsema. “Zij laten steeds weer zien hoe goed ze zich kunnen aanpassen aan nieuw beleid, de gevolgen van klimaatverandering en nieuwe eisen van de markt. Per jaar verandert hun landgebruik met maar liefst 14 procent, dat is extreem hoog.”
Vietnam is een van de twee casestudies uit het project Deltas under Pressure, dat onder het KB-programma Voedsel- en waterzekerheid valt. Catharien Terwisscha van Scheltinga (Wageningen Environmental Research) is projectleider van dit project. Zij vertelt over de tweede casestudy, die in Bangladesh plaatsvindt. “In beide delta’s gebruiken we de Food Systems Approach om inzicht te krijgen, waarbij het productiesysteem op lokaal niveau wordt gekoppeld aan het nationale niveau. In het geval van de Mekong begonnen we op lokaal niveau, terwijl we in Bangladesh uitgaan van het nationale perspectief.”
In 2018 lanceerde de overheid daar namelijk het ‘Bangladesh Deltaplan 2100’, dat richting geeft aan nieuwe programma’s en plannen. Terwisscha van Scheltinga: “Bangladesh was lang één van de armste landen ter wereld. Nu het langzamerhand een middle income country wordt, is er ruimte om over toekomst na te denken. Dat is waar WUR in beeld komt: hoe vertaal je het langetermijnperspectief uit het Deltaplan naar wat dit concreet betekent voor de boeren? Daarvoor werken we samen met Solidaridad, omdat die organisatie al langere tijd actief is in de Delta-regio van Bangladesh.”
Jarenlang had landbouw prioriteit in de voorheen vruchtbare delta. Maar door zeespiegelstijging, verzilting, temperatuur- en neerslagveranderingen, overstromingen en droogte is de landbouwproductie er niet langer zeker. Daarom werkt Solidaridad aan een beter inkomen en meer voedsel voor kleinschalige boeren (in de tuinbouw, visserij, landbouw en zuivel). De boeren leren bijvoorbeeld hoe zij succesvol meerdere gewassen kunnen verbouwen. Een deel ervan kunnen ze verkopen, een ander deel eten ze zelf. Om de producten te kunnen verkopen op (inter)nationale markten, helpt Solidaridad de boeren aan de kwaliteits- en voedselveiligheidseisen te voldoen en zo voedselverliezen te voorkomen. Zeker voor producten die gekoeld moeten worden is dit erg belangrijk, zoals zuivel en garnalen.
‘Gras groeit beter op een zoute bodem dan rijst, maar eten de koeien dat zoutige gras nog wel?’
WUR kijkt naar hoe alle factoren samenhangen en wat er mogelijk is aan landbouw. Terwisscha van Scheltinga: “In het regenseizoen wordt er bijvoorbeeld nog rijst geteeld, maar in het droge seizoen is de bodem te droog en te zout voor veel gewassen. Gras groeit beter op een zoute bodem dan rijst, waardoor het houden van vee logisch lijkt, maar eten de koeien dat zoutige gras nog wel? En als dat het geval is: is het dan ook gezond voor ze, of worden ze er wellicht eerder ziek van? Dat zijn allemaal vragen die uitgezocht moeten worden en waarbij je meerdere experts met elkaar moet verbinden. Want de bodemdeskundige weet over verzilting, maar niet over vee. En de veedeskundige weet over vee, maar niet over zout. Wij brengen al die verschillende experts samen om uiteindelijk te komen tot richtlijnen over hoe je met alle betrokkenen kunt nadenken over voedselsystemen in delta’s. We hebben een storyline gemaakt die we kunnen delen met andere landen, want deze problemen spelen in delta’s wereldwijd.”
Het zijn echter geen eenvoudige problemen, aldus Terwisscha van Scheltinga: “Het gaat immers niet alleen om voedselzekerheid, maar ook om een gezond dieet, om inkomens voor boeren, om biodiversiteit en klimaatadaptatie; de vier doelen van de Food Systems Approach dus.
Vanwege klimaatadaptatie zou je bijvoorbeeld rivieren meer de ruimte willen geven, maar dat gaat weer ten koste van landbouwgrond. Terwijl door de bevolkingstoename de voedselvraag ook stijgt.”
Het uiteindelijke doel van alle inspanningen is dat de mensheid ook in de toekomst voldoende voedsel heeft. Terwisscha van Scheltinga: “In ons denkraam verbinden we het tweede Social Development Goal (SDG) – geen honger – met SDG 6 – schoon water voor iedereen. Waar ik naar uitzie is hoe dit verder wordt vertaald richting de VN-waterconferentie, die in maart van dit jaar plaatsvindt. Water en landbouw zal ook daar een belangrijk thema zijn, dus daar kunnen wij als WUR zeker aan bijdragen. We willen overheden helpen om oplossingen te bedenken voor dit soort complexe vragen. Want laten we niet vergeten dat we ook in de Nederlandse delta te maken hebben met bodemdaling en verzilting, dus ook in ons eigen land is het een zeer actueel probleem.”
Deel dit artikel
Onderzoeksproject Delta’s onder druk
Team Jan Verhagen, Stijn Reinhard, Charlotte Verburg, Dolfi Debrot, Esther Koopmanschap, Marianna Siegmund, Judit Snethlage, Ab Veldhuizen, Chloe de Vries, Maria Barrantes en Gert-Jan Wilbers